Eenvormigheid, de vloek van het moderne leven - pagina 20
16
Immers geen die
die niet geslonken
digheid
gewaad
bies
verbreeden
,
dat
niet
afgerukt,
geen verwijding
man ,
,
geen boot die
van wat beroep of waar-
heet,
en eenzelfde eenvormig sluiksch
De gaping voor het
de leden.
fonkel-
boord gelaten, moge zich beurtelings versmallen of
of
de rand waarin het hoofddeksel uitloopt nu vlak dan meer
—
wezen,
gebogen
Al wat maar
is.
hem gewrongen om
zit
van
wit
sieraad
wat rang of stand ook
van
,
geen kleur enmengeling
die niet besnoeid,
geen kraag die niet weggekrompen
,
weggestreken
niet
geen
verbleekt,
niet
vorm
grillige
maar niettemin één
blijft
voor allen het model,
één de zinlooze gedachte, die zich in den wansmaak van ons mannen-
gewaad uitspreekt fantasie
om
,
neen
,
nog soms verbroken
waad schijnt het
beter,
niet
door eigen gedachte maar alleen door ,
worden.
te
—
En
omdat het eer door
dan door doodsche gelijkmatigheid zondigt
,
ja
modevormen, maar
mode
die
Frankrijk's hoofdstad, een
vrouw geboren
in
is
wenk
Europa,
eeuw
ja
voor allen gelijk
is
.
niet,
al
open-
de afwisseling der
Een modisteluim
in
en niet lang meer of al wat
uit Parijs,
is
het vrouwenge-
maar toch ook daarin ver-
Want duizelend is
bij
te groote wispelturigheid
loochent zich de moordende eenvormigheid onzer baart ze zich op andere wijze.
,
met een
zelfde
gewaad getooid, met
een zelfde kapsel gepruikt, met een zelfde laars geschoeid, met een zelfde
modekleur beschilderd. Zoo wisselt wuft en beginseiloos jaar aan jaar of
bever
pingen tint,
af,
nog met
seizoen,
elk
de steeds
grilliger
mode
haar schep-
en zonder verschil van landstreek of klimaat, van leest of
van maatschappelijke gesteldheid of geldelijke krachten, meent
al
wenken
te
wat vrouw heet, het bekoorlijkst volgen. zijde,
AHeen het de
echte
met
te zijn,
zijden of katoenfluweel,
of
de
valsche
kant,
slaafsch liaar
wat dikker of wat dunner
onderscheidt het gewaad der
hoogere en der lagere standen. De kleederdracht onzer dienstmaagden streeft die
heurer vrouwen straks op zijde
,
en zoo ge onze boerinnetjes
op marktdag bespiedt, merkt ge wel dat onze Aglaia of Gracieuse bij
de
alleen
melktob niet versmaad wordt. handhaaft
zich
Ach! in verafgelegen gewesten
nog met moeite en zieltogend het eigenaardig
costuum van onzen frieschen boerenstand. Het leger van
ons volk,
zelfs
is
het eenig dee l
dat juist door zijn uniform de algemeene uniformiteit
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1869
Abraham Kuyper Collection | 44 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1869
Abraham Kuyper Collection | 44 Pagina's