Welke zijn de vooruitzichten voor de Studenten der Vrije Universiteit? - pagina 35
35 getuigen die wij om ons hebben liggende, des geloofs, van wien droeg zelve de schaduw van dien Voleinder holen hebben en de geschreven staat, „dat de vossen wel Zoon des menschen de dat maar nesten, vogelen des hemels
De wolke
der
staat er had waar hij het hoofd zou nederleggen'\ Daarom hadden, stad blijvende geen ze ook van hen geschreven, ,dat landgenooten hun onder maar in tenten hebben gewoond" en hebben op de als „vreemdelingen," ja, dat ze. „gedoold
niet
verkeerden
bergen en in de der^aarde".
En
in
woestijnen,
de spelonken en in de holen
gelijk die profeten en
Godsgetuigen van oudsher
dienstknechten des Heeren zoo hebben ook de echte en getrouwe wandelstaf opgenomen den kerk Christelijke aanvang der
den sierlijke woonsteden gevraagd. en naar geen vette prebenden of spreken van de En toen nogmaals in de dagen der Alva's het onze vaderen ook woorden Gods weer misdaad heette, grepen
in
de grenzen, of trokken als den pelgrimsstaf en togen tot over van dorp tot dorp, om op een Datheen en Junius van stad tot stad,
gevaar
van
hals
en
leven, uit de keel uit te roepen, dat de
ook daarna OldenbarHeere God een ontfermer is. Ja, zelfs toen het zwijgen oplei en weer neveld den predikers der waarheid hebben de tegengestaan, gereformeerde waarheid werd de male derden ten Hommiussen en Triglands onze jongelingen dan heele liever in een onooglijke schuur de verwakkerd,
om
,
waarheid te prediken en heerlijk in een prachtige kerk de AaZre gekroond. volharding heeft de uitslag ook hun onze studenten vleien of wij dat Zegge dus niemand, M. H. ,
misleiden, of ook
onwaar,
dat
hun bloemen
we voor
onzer
elk
hun
strooien voor
voet.
Het
is
theologanten loeren op een
wat we doen is wat we doen is hen op strijd en wat we doen is hen heenwijzen, zelfverlooching voorbereiden of bedwelmende dodominésweelde niet op de verslappende die hen heerlijkheid, der minéswierook, maar op de kroon
We
kerk, die wil uittreden. hun 'beginselen inprenten
loeren op niets
:
;
;
wenkt van over het graf. We wenschen mannen
kweeken, die gestaald, die geouds, onverzettelijk hard zijn, en die, als de Puriteinen van als de Old Covenanen onverwrikbaar pal staan. Mannen, die noods met den levenden Duivel ters, naar Maurice's woord, des te
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1882
Abraham Kuyper Collection | 41 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1882
Abraham Kuyper Collection | 41 Pagina's