Welke zijn de vooruitzichten voor de Studenten der Vrije Universiteit? - pagina 29

29

we van een

lezen

rino"

koopen

geduld

niet

den afval niet op zoo

niet

worden

zal

het knopen en ver-

zelfs

in wie het

merkteeken van

voorhoofd draagt en niet heeft aange-

zijn

En

beden voor het beeld.

waarin

tijd,

nu mis, of naderen reeds

zie ik

in

ver verschiet geheel nieuwe toestanden, die ook ons

verwoesten

leven

nationale vrijiieid,

ja,

minder

ook

en waarin door meerdere

zullen,

Gods AVoord hij Satans woord door

ook

zijn

looj»,

het

maar

stellig niet

der

lied

doodelijke

vijandschap, al machtiger zal uitbreken.

Geeft

Het

u

aan geen vleeschelijke droomen over, M. H,

toch

tijdsgewricht,

niets

is

komende

als

verre

banden.

dan

doorleven,

zien

te

Maar hoe

zoo hoogernstig, en

is

het aangezicht van zulke tijden

in

nog een

zijn,

weifelend

we

dat

onzettender

onzer liefste broederen van

deel

staan,

als

voelden ze met ons geen

de toekomst zich ook ontwikkele, dit zeg

droomt een droom, die nooit anders dan teleurstelling kan baren, indien ge rekent op een stil vooruitgaan, allengs

ik u, gij

machtiger worden en eindelijk triomfeeren van het volksdeel, dat voor Christus koos als haar Heer.

Ge hebt geen Koning het u

i-echt

juist

dat te verbeiden,

omgekeerd en anders

omdat uw Heer en

Woord

in zijn

zegd heeft. „Is de dienstknecht", heeft Hij u gevraagd,

meerder dan

zijn

Heer P welnu

ook u vervolgen.

len

ze

voor-

soms hebben Mij vervolgd, ze zul/,

In de wereld zult ge verdrukking heb-

Het loon is op aarde niet, het loon komt daarna!" En waar zoo Gods eigen Woord u reeds afmaant van zoo valsche illusie, wat anders, bid ik u, spelt daar de stroom der verschijnselen die met al sneller vaart voortbruischt, wat

ben.

anders dan dat de afval toeneemt, het ongeloof reeds naar de teugels greep, en een

nog andere vervolging,

als in de

dagen der

af-

scheiding, u terugkeer spelt naar de kluisters der martelaren uit

de reformatie-eeuw, indien

maar

zwaard van een

niet naar het

Decius of Diocletiaan.

En wat meent ge

dan, dat ik,

spectief voor oogen, n hier de onze Universiteit zou

en

kunnen ophemelen, tinten met rozekleur,

als aanlokkelijk aanprijzen

gekeerd,

roep

ik

met zulk een algemeen per-

vooruitzichten der studenten van

het

door

voor het vleesch

?

Neen, eer om-

deze zaal, en och, of mijn woord

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen