Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 205
REFORMATIE EN LEGITIMISME. en
dienaren
haar
kan
ooit
de
leden.
kerk,
Niets,
wat vorm het ook optrede,
dienaren en leden van dien plicht der
of haar
gehoorzaamheid
onder
ontslaan.
Opdat echter deze gehoorzaamheid geen dekmantel woelen,
willig
1/9
heeft elk kind van
God vooraf
zij
voor eigen-
zeer ernstig de over-
hem drijft metterdaad wel lust aan gehoorzaamheid zij. Dit nu meet men het veiligst af naar deze beide vragen: i". of men in schuld voor God ligt over vroegere ongehoorzaamheid en 20. of men in de keuze zijner middelen zich ontziet om de eere zijns
legging zijns harten te toetsen, of de aandrift die
;
Gods te kwetsen. Vandaar ons dringen op verslagenheid onder het oordeel des Heeren, als uitgangspunt van alle goede reformatie, en niet minder op eerbiediging van het lichaam des Heeren in elke kerk, die nog niet ganschelijk wegstierf of bezeten wierd van Satan. Vooral de overweging, dat Calvijn in Boek IV, hoofdstuk 2 paragraaf 12 van zijne Institutie zelfs van de Roomsche kerken nog ge„hoewel ze de wettige vorm van de kerk missen, ontken ik toch tuigt niet, dat er nog kerken Gods onder hen zijn," gelegd naast het klare feit, dat in Israël de kerk toch weer opbloeide, al was het ook dat de afgoderij tot in den tempel was doorgedrongen, weegt hier :
zwaar.
Leidde men hieruit intusschen af dat derhalve ook dit tractaat in den toon viel van: „Niet door kracht of geweld, maar door den Geest des Heeren!" zoo zij daarop geantwoord, dat we dien uitroep ganschelijk verfoeien in den valschen zin, waarin hij gemeenlijk op der lijdelijken lippen zweeft, maar hoog houden en er met heel onze naar de beteekenis waarin de Heilige Geest dien ziel bijvallen, uitroep aan den profeet Zacharia heeft geopenbaard. Niet ernstig genoeg toch kunnen we het onze broederen op het harte binden, dat ze toch mogen aflaten van de onheilige gewoonte, om deze kostelijke Schriftuurplaats op zoo verregaande wijze te misbruiken, in zin en beteekenis te vervalschen, en ten slotte het tegendeel te laten zeggen van wat
zij
bedoelt.
Gemeenlijk toch haalt men deze woorden aan zonder op het verband gelet te hebben, en leidt er dan uit af, dat de Heilige Geest ons in deze woorden toeroept: „Gij, dienaren en leden mijner kerk, laat toch af van al uw eigen pogen tot reformatie. Daar komt toch niets van.
Dat
niets te doen,
is
alles kracht
dan gewoon
van mijnen Geest."
en geweld, dat toch niets nut. Gij hebt
te prediken,
en
al
het overige
moet komen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's