Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 198
—
ONDERSCHEIDING TUSSCHEN DE WARE EN VALSCHE KERK.
1/2
tot het welwezen eener kerk behoort, i) een moest gedaan worden, daar anders strenge handhaving van dit merkteeken ongemerkt in de Donatistische strooming zou hebben teruggeleid. Calvijn geeft dan ook toe, dat reeds daar de kerk aanwezig is, waar voorshands nog slechts het Woord Gods en de Sacramenten gezien worden. 2) Raadpleegt men bovendien de ervaring, dat gedurende de achttien eeuwen dat Jezus kerk onder het Nieuwe Verbond bestaat, hoogstens in de beide eerste en voorts in de i6e eeuw van ernstige handhaving der tucht sprake is geweest, zoo komt men van zelf voor het dilemma te staan, om óf de tucht voor het wezen der kerk niet onmisbaar te keuren, óf wel te belijden, dat de ware kerk van Christus in vijftien van deze achttien eeuwen op aarde niet is gezien. Hieruit leide intusschen niemand af, dat we de tucht in Jezus kerk voor niet noodig zouden achten. Het tegendeel is waar. Zonder tucht moet een kerk ontheiligd worden en te gronde gaan. Maar belijdt en gelooft men eenmaal dat de kerk op aarde ten doel heeft, instrument van den Heiligen Geest te zijn, opdat deze de uitverkorenen wederbare door het Woord, dan volgt hieruit rechtstreeks, dat het wezen der kerk, hoe gebrekkig ook, reeds daar aanwezig is, waar de Heilige Geest dit instrument tot wederbaring van de uitverkorenen gereed vindt. En staat het nu vast dat de kerk dezen dienst volbrengen kan, zoolang er nog prediking van het Woord in haar midden gevonden wordt en het Sacrament dit Woord nog bezegelt, zoo is hiermee uit den wortel zelf van de gereformeerde belijdenis aangaande de kerk aangetoond, dat de oefening van de tucht geen onmisbaar kenmerk van het wezen der kerk zijn kan. Gelijk een menschelijk organisme blijft voortleven ook al kapt men het armen en beenen af, maar sterft zoodra het hart of het hoofd wordt weggenomen, zoo ook is het met Jezus kerk. Zoomin iemand het als onverschillig voor den mensch zal beschouwen, als hij armen en beenen verliest, en men in den romp zelfs nauwelijks een mensch herkennen zal, zoo ook mag niemand meenen dat een kerk goed loopen of werken kan, als haar
niet
noodzakelijk
concessie, die wel
de tucht uit
den
doodelijk
1)
Tom. 2)
is
afgesneden.
mensch toch dan getroffen
WiTSius, adm. .V.
Maar ook,
adv.
gelijk het leven, d.
wezen
weggaat, als de teederder deelen zoo ook gaat het wezen der kerk dan
Labadisten,
Inst. Rel. Christ.
het
eerst
worden,
p.
159
174.
42.
Calvin.
i.
L. IV.
c.
i.
§
9.
Cf.
DE Moor, Comm.
in
Marck.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's