Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 115
VAN DE DEFORMATIE wat begonnen
werd
in
ongeloof
Terwijl
IN
den geest, eindelijk,
DE AMBTSDRAGERS.
in
haar
lOI
het vleesch te doen eindigen.
vorm,
laatste
in
besliste vij-
andschap tegen de Christelijke levensvormen uitbreekt en er tuk op is, om den dienst der wereld in al haar luister te vieren onder de schaduw van het kruis. Gaat nu zulk kwaad, bij ontstentenis van tucht, ongestraft en ongestuit door, dan deformeert dit ten slotte ook de kerk als kerk, „De merkteekenen zoodra het de meerderheid der leden aantast. der Christenen zijn het geloof, en wanneer zij aangenomen hebben den eenigen Zaligmaker Jezus Christus, de zonde vlieden en de gerechtigheid najagen, den waren God en hun naaste liefhebben, niet afwijken noch ter rechter- noch ter linkerzijde, en hun vleesch kruiWel is er in hen nog groote zwakheid, sigen met zijne werken." „maar hier strijden zij tegen door den Geest al de dagen huns levens; nemende gestadiglijk hunne toevlucht tot het bloed, den Vervallen daarendood, het lijden en de gehoorzaamheid Christi.'' merkteekenen allengs geheel, zoodat er niet alleen tegen deze maar ook ontstentenis van strijd niet alleen ontstenzwakheid, maar ook opzet tegen Christus komt; en de tenis van strijd, wateren der ongerechtigheid hand over hand toenemen, dan komt ook de kerk als kerk in gevaar, ook al is haar prediking nog zoo zuiver, omdat er in de kerke Christi wel onheiligheden kunnen zijn, mits aan het heilige onderworpen. Maar keert die verhouding om, en krijgt door kentering van het rad, het onheilige den boventoon, om het heilige ten onder te houden, dan heeft men een vergadering van goddeloozen in stee van een vergadering van godvruchtigen om zich, en ontstaat er voor het leven der kerk doodelijk gevaar. ;
§
Van
41.
de deformatie in de ambtsdragers.
Gemeenlijk trekt het bederf der leden ook het bederf der dienaren na zich. Er bestaat tusschen beiden verband. Een godzalige kerk is gemeenlijk versierd met godvruchtige leeraars. Daarentegen een kerk die zonk, ziet haar eigen smaad op den kansel. Toch gaat deze regel
niet
vastelijk
namelijk belieft het
aan
een
schenken, verlaat
afgedoolde
om
kerk nochtans leeraars der gerechtigheid te kerk weer op te richten. Maar ook omgekeerd, Heere een goede kerk soms en berooft ze van die kerk gevaar liep aan die dienaren een eer te
zijn
God de
dienaren,
door. En dat wel om twee oorzaken. Vooreerst God den Heere niet zelden uit loutere ontferming,
indien
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's