Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 114
VAN UE DEFORMATIE
lOO
gemeente
ziekelijk
maken, en
DE LEDEN.
IN
haar kenmerk vinden, dat
alle daarin
ze verstoringen zijn van het evenwicht.
De vierde vorm is die van het bijgeloof, als de leden der kerk in de belijdenis zoeken te mengen wat er niet in hoort. Deze zonde ontstaat daaruit, dat ze, geen oog hebbende voor het eigenlijk mysterie
des
Koninkrijks,
hun
belijdenis
vinden, en er nu lust aan hebben,
om
hun belijdenis De vijfde of laatste vorm eindelijk is dan opkomende, als de belijdenis genoeg mystieke bestanddeelen
om
openlijk
langer ontzien
in
bestreden
om
te
luidkeels
niet
mysterieus
door overdrijving
genoeg
allerlei
valsch
in te schuiven.
die uit
ongeloof,
van het
haar voegen
is
gewrikt,
worden, en de leden der kerk zich
hun
loochening
niet
tegen de belijdenis
der kerk over te stellen.
Verder k a n de zonde tegen de belijdenis niet. Aan dat punt toegekomen, brokkelt ze af en verstuift ze, en de belijdenis der zondige wereldbeginselen treedt voor de belijdenis der waarachtige heilige beginselen in de plaats.
Met deze vijf vormen van deformatie der belijdenis nu houdt de deformatie in den wandel gemeenlijk gelijken tred.
Onverschilligheid, schil
wandel
in
kinderen
der
wandel
is,
ook
in
zoo
tusschen
wereld is
de
wegvalt.
hun wandel.
haar eerste vorm, maakt dat
alle ver-
van Jezus en de fatsoenlijke leven gewoon. Zooals anderer
belijders
Ze Naar
die daalt of
dalen of rijzen
rijst,
mede. Maar van Christus is niets in hun wandel te speuren. Ze doen niets om Jezus, noch laten iets om zijns naams wil. Veruitwendiging daarentegen, haar tweede vorm, kweekt het Farizeïsme. Een voortwoelen van het zondig hart onder hooggekleurden schijn van haarfijn belijden, maar gedwongen om zich schuil te houden en daardoor den schimmel des bcderfs en de reuke des doods aan zich dragend. zij
zedelij ken zin
'
Verbreking van evenwicht,
haar derde vorm, kweekt den wandel, een reeks van eenzijdige verschijnselen; raadselen van het menschenhart felle zondeuiting op het ééne terrein naast diepe zelfverloochening op het andere. Doodeerlijk, maar brandgierig. Sober en matig, maar innerlijk aan de leugen verkocht. Volop barmhartig, maar slaaf van zinnenlust. Twee harten in één boezem. Een tegelijk aanbidden van den Mammon en van God. B g e o o f, in de vierde plaats, vervalscht het leven door overevenals in de belijdenis, zoo
ook
in
;
ij
1
drijving, in eigenwilligen godsdienst,
om
en
leste in
slaat
door innerlijken drang ten
het lichaam niet te sparen, het tegendeel over,
om
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's