Uit de diepte - pagina 6
Bijbellezingen door de afgezette leeraren en hun trouwe medebroeders te Amsterdam in de lokalen gehouden. I en II: Alzoo zal het onder u niet zijn.
6
een woord door onzen Koning in den kring zijner toekomstige apostelen gesproken, en dat, juist van die , Macht" handelend, aldus luidt:
En als hen Jezus tot zich geroepen had, zeide hij Gij weet dat de Oversten der volkeren heerschappij voeren over hen en de Grooten gebruiken Macht over hen. Doch alzoo zal 't onder u niet zijn: maar zoo wie onder u zal willen groot worden, die zij uw dienaar. En zoo wie onder u zal willen de eerste zijn, die zij uw :
dienstknecht.
Zoon des menschen
Gelijk de
niet
worden, maar om te dienen, en een rantsoen voor velen.
te
is
gekomen om gediend
zijne ziel te
geven
tot
Dat er een kring is v^'aarin die macht hoort; dat in de Kerke Christi deze macht niet mag zijn en door wat macht de Kerke Gods deze valschelijk ingeslopen macht weer bannen kan; ziedaar van mijn toespraak het beloop. I.
De
M. H.
die ons innerlijk bewustzijn gevoelde
bij het gerucht dat deze week ons oor bereikte, ontstond doordien we ontwaarden, hoe er zich „Verdrukkers" tegen ons opmaakten, en met den Prediker ook wij ervoeren: „Aan de zijde onzer verdrukkers is macht" (Pred. 4:1); hoe, om met Asaf te spreken, „het geweld deze mannen als een gewaad bedekte (Ps. 73 6) en hoe het nu als in Amos' dagen „de
pijn
,
!
:
stoel
dien
,
;
des gewelds, in stee van den stoel des men nabij brengt (Amos 6 3) om de getrouwen te :
rechts is, vertreden.
Maar, hoor, in zulk een oogenblik van pijnlijke spanning en ontroering is er Eén, wiens oog ons gadesloeg en die ons roept. „En als Jezus de. discipelen tot zich geroepen had", zoo lezen we in Mattheus' verhaal, en zoo moet moet het ook nu onder ons zijn. In elke Bijbelhet steeds lezing een „geroepen worden door onzen Heiland" om naar zijn woord te luisteren. Niet een opkomen om in klanken ons te wiegelen of in wat prikkelt ons te vermeien; neen, maar wij, als discipelen en discipelinnen naar onzen Heere toegaande, om naar Hem te luisteren, en van Hem te vragen: „Heere, hebt G ij niet een woord voor ons hart en voor den strijd dien ons hart doorworstelt?" En als ge zoo luisteren wilt, dan zult ge het antwoord be,
,
komen, want waarlijk, M. V.! ook in de vervolging nu overkomt, overkomt geen vreemde zaak aan wie het
Woord
des Heeren.
die ons leeft bij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's