Uit de diepte - pagina 16
Bijbellezingen door de afgezette leeraren en hun trouwe medebroeders te Amsterdam in de lokalen gehouden. I en II: Alzoo zal het onder u niet zijn.
16
Moet
er
dan,
tucht
geen
vragen, in de Kerk van Christus ook
zult gij
en
zijn,
eischt tucht niet een Kerkbestuur dat
tucht oefene, en tot dat einde een macht, w^aarmeê dat Kerkbestuur bekleed is om aan die geoefende tucht klem bij te zetten ? En ge vermoedt op mijn vraag het antwoord reeds. Natuurlijk moet er tucht in de Kerke Christi zijn, en al onze klacht was juist dat die tucht ten eenemale ontbrak, en al onze moeite en strijd kwam uit geen andere oorzaak voort dan dat men óns het oefenen van leertucht heeft willen beletten. Zeer gewisselijk, moet er tucht in de Kerk des Heeren zijn. Tucht gaande over een iegelijk persoon. Tucht over elk belijder. Tucht over elks wandel. Een houden van de Gemeente bij de beproefde godzaligheid. Niet een tucht in schijn noch voor den naam, maar een tucht die doel treft en, om dat te kunnen, doortast. Macht om te binden en te ontbinden gaf de Heere aan zijn apostelen. Der Kerke moest de zonde worden aangezgd. En wie voor de uitspraak der Kerk niet week ten slotte uitgebannen als een heiden en uitgeworpen als een tollenaar. Edoch, en hier nu komt al het verschil uit tusschen de waarachtige van den Heere gewilde tucht en de dwingelandij der geweldhebbers die thans onder den naam van tucht inbrak die Schriftuurlijke tucht raakt altoos de uitsluiting ,
,
,
van
of
insluiting
in
het Koninkrijk der he-
melen. Sleutelen des hemelrijks zijn het, die aan de Herders en Opzijn toevertrouwd, en alle tucht die ze oefenen, moet daarom altoos één van deze beide dingen uitwerken óf dat de met tucht getroffene er nader door aan het Koninkrijk komt, óf wel dat hij door de tucht uit het Koninkrijk der
zieners
,
hemelen wordt uitgesloten. Dus altoos een tucht van geestelijken aard die rechtstreeks het wel of wee van den betrokkene voor eeuwig raakt. Een tucht die onveranderlijk den geoordeelde voor de poorte des hemels plaatste en de vraag aan zijn conscientie stelt van ingaan of buitenstaan van rijk begenadigd te worden of van de gemeente, die zalig wordt, te worden uitgesloten. Zoo geeft Paulus den echtbreker aan den Satan over tot verderving des vleesches, opdat de persoon behouden worde. Petrus doet Ananias en Sapphira dood nedervallen, dat het ,
,
geld
hun
ten verderve zij. is het in de Schrift de oefening van geesdie den schuldige van den geestelijken kant aanvat en eeniglijk zijn geestelijk wel of wee bedoelt. Maar het denkbeeld ook maar van een heerschappij of macht
Kortom, altoos telijke macht ,
,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's