Het dreigend conflict. - pagina 60
;
58 Uit dien hoofde vertrouwt de Kerkeraad van Amsterdam-. 1. dat zijn onvervreemdbaar recht, om zich voor alle dingen, desnoods tegen alle menschelijke inzettingen, beslissingen, ordinantiën of bevelen, op Gods Woord te beroepen, niet zal worden betwist; 2. dat hem onvoorwaardelijk zal worden toegegeven, dat, wat ook de thans vigeezeer feilbare rende, altoos en van feilen wemelende reglementen onzer kerken mogen inhouden, de bepalingen dezer reglementen nooit waardij tegenover Gods Woord zullen gerekend worden; en in eenige 3. dat het hem ook door het hoogste collegie als Christelijke plichtsbetrachting zal worden toegerekend, bijaldien hij ongehoorzaam blijft aan een menschelijke lastgeving, zoolang hem het bezwaar niet is ontnomen, dat deze tegen Gods Woord ingaat.
hem
En op als hierna
dit
standpunt zich alsnu plaatsende, geeft hij op de wijze rekenschap van zijne overtuiging, dat meergemelde het Provinciaal Kerkbestuur metterdaad voor den eisch
volgt,
lastgeving van
van Gods Woord niet kan bestaan. In
1.
de
Heilige
wordt de
Schrift
instelling
van
het heilige
Avondmaal door den Heere Jezus zelven in rechtstreeksch verband geplaatst met de belijdenis van zijn persoon en zijn verzoeningswerk en wel dit laatste niet in vagen of onzekeren, maar in zeer bepaalden als hoofdzakelijk gelegen in het verbreken van Jezus' lichaam en de vergieting van zijn bloed voor de vergeving van veler zonde. n Neemt, eet, sprak de Heere, dat is mijn lichaam, dat voor u verbroken tvordt ; doet dat tot mijne gedachtenis" En desgelijks: „Deze drinkbeDoet dat, zoo dikwijls gij dien ker is het Nieuioe Testament in mijn bloed.
zin,
zult
drinken,
eten
en
tot
mijne gadachtenis.
dezen drinkbeker
zult
Want
zoo
dikwijls
gij dit
drinken, zoo verkondigt den
—
brood zult
dood des Heeren
11: 24 26). haar toelichting vindt in deze andere betui„Drinkt allen daaruit; want dat is mijn bloed, het bloed des Nieuwen ging Testaments, hetwelk voor velen vergoten wordt, tot vergeving der zonden" (Matth. 26: 27, 28). Zoo wil dus de Heilige Schrift, dat het heilige Avondmaal niet slechts eene zinnebeeldige handeling zal zijn, waarbij de aanzittenden zich iets naar eigen goedvinden denken, maar zeer bepaaldelijk, dat het zijn zal eene handeling, die te gedachtenis van den ten eerste Heere geschiedt; ten tweede zulk eene handeling te zijner gedachtenis, die belijdenis inhoudt van een verlossing, die van de vergieting zijns bloeds is uitgegaan; en ten derde zulk een belijdenis van zijn zoendood, die over het kruis heen zich uitstrekt naar zijn wederkomst op de wolken welke laatste heenwijzing niet slechts uitgesproken ligt in de woorden: „totdat hij komt"; maar eveneens in deze andere: „En ik zeg u, dat ik van nu aan niet zal drinken van deze vrucht des wijnstoks, totdat
hij
Een
komt"
(1
uitspraak,
Cor.
die
:
:
;
tot
dat ik met u die nieuw zal drinken (Matth. 26: 29).
op dien dag,
Vaders
r
in het
Koninkrijk mijns
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's
![Het dreigend conflict. - pagina 60](https://www.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/het-dreigend-conflict/1886/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's