Het dreigend conflict. - pagina 12
,
10 eigen woning goed heeten. En zoo nu ook slond de Kerkeraad met diepe schaamte, dat de Opzieners hier ter stede jaren lang de kudde in afval zijn voorgegaan, en ook, al gevoelen de tegenwoordige Opzieners zeer wel, dat er veel ook van hun eigen zonde, ontrouw en ongeloof medewerkt in deze
dronkenschap
het
hier.
in
Ouk
zijn ui
bekent
daarom kon noch mocht hij evenwel »het af hoereeren van den lleere der heirscharen", gelijk de Schrift het noemt, onbestreden in 's Heeren huis toelaten. Eerst keerde de daardoor verwekte strijd zich tegen de moderne predikanten. In hen stak uiteraard het grooter kwaad, omdat ze als Bedienaren des VVoords voor de gemeente optredende, week aan week bet werk der verwoesting in onze Kerk voortzetten. Deze strijd begon met een uitroep van den heer Ruys, na afloop van een moderne prediking in de Nieuwezijds Kapel, toen deze getrouwe broeder openlijk en luidkeels aan de gemeente verklaarde: „Dat zulk een prediking uit den Duivel was". Een consciëntiekreet, die, evenals elke ongezochte uiting van heilige verontwaardiging, zijn hooge beleekenis had. Doch hierbij bleef het niel. Ook in den Kerkeraad wierden achtereenvolgens een reeks van aanklachten tegen de prediking van moderne predikanten ingediend, begonnen tegen den heer Ilugenholtz; en herhaaldelijk is de poging gewaagd, om aan de Bediening van deze moderne leeraars een einde te maken. Doch, dewijl aan den Kerkeraad zelven hiertoe alle macht ontnomen was, overmits alleen hel Provinciaal Kerkbestuur hen kon afzetten; en dit Bestuur, wel verre van tot afzetting genegen te zijn, zelf schier geheel uit loochenaars van de eere Christi bestond, bleek alras, hoe volkomen hopeloos het was, om langs dien weg uitkomst te zoeken. afvalligen,
§4.
VERGRIJP DER ZEVENTIEN OUDERLINGEN. inziende, deden toen in 1872 de I1H. Feringa, Höveker enz. beslissenden stap, om tot zuiverder afbakening van de wederzijdsche positie te geraken. Deze slap beslond hierin, dat ze onder dagteekening van 27 Maart aan den Kerkeraad dit hierna volgende schrijven inDit
een
zonden
:
Aan den Kerkeraad
der Nederd. flerv. Gemeente
(e
Amsterdam,
WelEerw. en E e r \v. Heeren! De ondergeteekenden, Ouderlingen
der bovengenoemde Gemeente, doen toekomen afschrift van een adres aan de Gemeente, dat dezer dagen publiek gemaakt zal worden. Zij geven U de verzekering dat geene persoonlijke antipathie tegen sommige predikanten de drijfveer is geweest tot dezen stap; dat ook waar zij tot ernstige bestrijding genoopt worden van dwalingen
achten
—
zich verplicht
U
bij
dezen
te
—
,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's