Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 20

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 20

Bijbellezingen door de afgezette leeraren en hun trouwe medebroeders te Amsterdam in de lokalen gehouden. I en II: Alzoo zal het onder u niet zijn.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

20

maar aan onze „gedistigueerde banken" in onze kerkgebouwen. Wat had de heihge apostel des Heeren van het saQienzijn van rijken en armen in de Kerke Gbristi getuigd? o, Herlees nog eens dat roerende v^^oord van Jacobus in hoofdstuk 2 van zijn zendbrief: „Mijne broeders, hebt niet het geloof onzes Heeren Jesu Christi des Heeren der heerlijkheid met aanzien des persoons. „Want zoo in uwe vergadering kwame een man met een gouden ring aan den vinger in een sierlijke kleeding en daar kwam ook een arm man met een slechte kleeding; „En gij zoudt aanzien dengene die de sierlijke kleeding draagt, en tot hem zeggen: Zit hier op een eerlijke plaats; en zoudt zeggen tot dien armen: Sta gij daar, of: Zit hier Zie het

,

,

,

,

onder mijne voetbank; „Hebt gij dan niet in u zelven een onderscheid gemaakt en zijt rechters geworden van kwade overleggingen!" Zóó, zóó moest het zijn. De Schrift eischt het, en ons hart zegt er Amen op. Maar hoe hebben wij en hoe hebben onze vaderen het door zondig begeeren gemaakt? ,

Maar immers

allerlei

onderscheid

ingevoerd. Voor ieder die

maar

is

weer

in

de Kerk

was, een eigen soort bank; en een ander een hooger; en die een nóg hooger bank. En de armen der Gemeente, o, het schreit naar God, maar het moet beleden worden, nu reeds eeuwen lang zijn de armen der Geiets

meente hier te Amsterdam feitelijk uitgesloten geweest, verdrongen en uit de Kerk gejaagd. Want de plaatsen verhuurde men voor geld, en voor meer geld een nog kostelijker plaats. Altoos de man met den gouden ring die voorging; en de arme man met de slechte kleeding feitelijk op de stoep gezet voor Gods huis. En dat terwijl op den kansel gestadig het apostolisch woord „Mijne geliefde broeders, heeft God niet uitverkoren de armen dezer wereld?" En meent ge dan dat God de Heere over dezen gruwel geen wrake doet? En komt het ook u niet lag:

voor

dat in een verbijstering als thans onze Kerk overvallen van de armen des Heeren en dit invoeren van standsverschil in de Kerk zichzelf straft? o. Dat smalen dat men zoo telkens uit den mond van predikanten hoort: „De menschen van de Eilanden loopen meê, maar de Heeren- en de Keizersgrachten zijn óns!" Ze veris,

,

dit achteruitzetten

raden op zoo bange wijze, hoe deze wereldgelijkvorraige trek uit de zonde onzer vaderen ook hier het Glericalisme wortel deed schieten, en hoe onafzienbaar ver we afraakten van dien eenigen goeden toestand der Kerken, met Dienaren in liefde dienende

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886

Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's

Uit de diepte - pagina 20

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886

Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's