Het conflict gekomen - pagina 59
I. Complot en Reolutie; II Ons vrij beheer bedreig en beveiligd; III De Vredelievenden in de Besturen
17
WAT STOND OP HET SPEL
deze daad wierd op tweeërlei wijs tegelijk aan het ivezen onze Gereformeerde Kerken geweld aangedaan. Vooreerst, in zoouitwendige vormelijke verre voor de geestelijke in/jerlijke eenheid een voor eenheid in plaats wierd geschoven. En ten andere, doordien nu andere opperhoogheid, t. w. de Souvereiniteit van Koning Jezus een de Souvereiniteit van de Synode, in de plaats trad. Niemand kan, op welk terrein ook, een ivet geven, of hij moet
Door
van
souverein wezen.
Zoo kan eea stad wel een „verordening" uitvaardigen, „besluit" nemen, maar niemand kan in NederVandaar dat „ivet'' maken, dan alleen onze Koning.
en een minister wel een land een wel tot
met den aanhef begint: „Wij, Willem de Derde, bij de gratie Gods Koning der Nederlanden." Wilt ge dus weten, bij wie, krachtens deze Synodale Organisatie,
elke wet
de
souvereiniteit
berust,
WETGEVENDE
maclit?
wetgevende
macht
als
Souverein
gendeel
door
Synode zelve
vraag dan slechts: bij une berust de hoogste er nu in uw Reglement, dat „de hoogste
Stoud
Koning Jezus berust", natuurlijk dan ware Hij Maar ook, nu dit er 7iiet staat, doch inteReglement de „hoogste wetgevende" macht aan de bij
geëerbiedigd.
uw
wierd opgedragen, nu Jezus
Organisatie hangt)
als
is
Koning
hiermee (voor zooveel in
zijn
aan
uw
Kerk onttroond en de
Synode als Souvereine in zijn plaats getreden. Reeds terstond zou dit dan ook tot algeheele onderdrukking van Kerken geleid hebben, indien diezelfde Koning Gereformeerde de
Willem de er
niet
Eerste,' niets
een
stokje
zoozeer als
kerkelijke heerschzucht vreezende,
voor^had gestoken, dat deze heerschappij niet
te
teugelloos uitbrak. Hij
eenheid,
bedoelde
maar de
wel Pruisisch-Luthersche, bondig gereglementeerde plaatselijke vrijheid der Kerken onderdrukken, laat
staan opheffen, wilde de Koning volstrekt
niet.
En
toen het er daarom
ook de aangelegenheid van de kerkelijke goederen opgepast, dat hij deze «?W te regelen, heeft diezelfde Koning er wel voor aan zijn Synode overleverde, maar behield hij daarvan het zeggensschap
op aankwam,
aan
om nu
zich.
Het reglementair Genootschap regelde Koning Willem I in 1816, het elkander in beheer der Goederen in 1819, en beide regelingen moesten evenwicht houden.
De organisatie van 1816 smolt reglementair de veelheid der Kerken in één Genootschap saam. Maar ook de regeling van het Beheer plaatselijke zelfstanin 1819 bood waarborg, dat nooit de opheffing der digheid kon gelukken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 144 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 144 Pagina's