Dr. Kuyper voor de Synode - pagina 32

KUYPER VOOR DE SYNOÜE.

DR.

32

En voerde men

hoorden.

aangelegenheden

aan, dat de

hiertegen

Amsterdamsche tuchtzaak toch ruchtbaarheid genoeg kreeg en aan genoeg schrifturen het aanzijn schonk, doen

te

wegvallen, zoo

om

deze bedenking in c a

s

u

hiertegen opgemerkt, dat de deugdelijk-

zij

nimmer mag afgemeten naar de toevallige gegevens van een enkel hangend proces, maar voor elk proces, welk ook, den toets moeten kunnen doorstaan. En uit dat oogpunt bezien blijft het bezwaar gelden, dat gehoord te worden door mannen heid van een recht

saamgekomen

het land

heel

uit

worden door den localen

Ten derde mag proces

het

eer

worden en

het

als

de

in

van

alle hiërarchisch

Wie

praejudicieert.

bezwaar

wordt

geroepen,

nog is

als

van is

ongeschonden en

gaaf,

dan gehoord

evenmin voorbijgezien, dat gehoord

geruchtmakend rechter

is,

aanvangt, geheel iets anders is, proces ten einde spoedt. Het

natuur

beslissing

heel iets anders

gelaten

i

u

s t

worden, dat

ging niet geheel

door

dat

en

i

al

het

uit

n

t

worden

ligt

den aard

in

verband, dat elke collegiale

reeds schuldig bevonden aan een aard, voor

ergerlijken

den hoogeren

van veel ongunstiger conditie, dan wie in zijn

geheel verschijnt.

Feitelijk, het

e

g

r

i

is

kerkelijk

en aan de Synode moet de eere

oog verloor; maar

toch, wie

kan ontkennen,

wat lagere colleges zich tegen ons veroorloofden,

rechtswereld

gevormd

is.

van

het

in

de

hoogst ongunstig vermoeden tegen ons

een

mocht

nu

Dit

te

althans dit grondbeginsel van alle rechtsple-

zij

kerkelijke

heiligheid

i

te

dan gehoord

zoo, zijn de aangeklaagden, zoolang er geen eindvonnis

nog geheel

te

rechter.

niet

zoo

zijn.

recht te kort gedaan.

Hierdoor

En nu

is

aan de

spreekt het toch

wel vanzelf, dat de ondergeteekende een gehoord worden onder den

bezwarenden

kan

last

gelijk

als

van

zulk bezwarend vermoeden nooit aanvaarden

staande met een gehoord worden, eer

het spinnen van dit kleverig

partijdrift

aan

webbe begon.

Ten vierde, om moet. een

worden.

in appèl bij de Synodus contracta te komen hooge som van meer dan duizend gulden gestort Onvermogenden, het is zoo, ontslaat men van de storting

zeer

dier cautie.

vermogen

naam in

Maar wie

uitgereikt?

niet willen,

zoo

korten

ziet zich

En onder

hoevelen

tijd

niet,

gaarne een brevet van kennelijk onhen, die dit voor

hun

eer en goeden

voor wie het saambrengen

volstrekt onmogelijk is?

van/ 1200

Geldelijke druk

maant

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen