Het dreigend conflict. - pagina 57
55 bijna gelijktijdig met deze adressen waren bij den Kerkeook een aantal verzoekschriften van jongelieden ingekomen, waarin de Kerkeraad vvierd uitgenoodigd, om aan de verzoekers te willen doen uitreiken het attest, hetwelk volgens art. 40 Regl. Godsd.
Immers
raad
] is voor aanneming elders ). Uit deze verzoeken zelven bleek niet duidelijk, of metterdaad alle verzoekers leerlingen van moderne predikanten waren, noch ook of zij met deze predikanten in de loochening van den Heere Jezus Christus
vereischt
overeenstemden. Het had dus kunnen zijn, dat onder deze verzoekers onderscheidene personen waren geweest, die uit gansch anderen hoofde er voorkeur aan gaven, om hun belijdenis elders te gaan afleggen; en ook moest de mogelijkheid worden toegegeven, dat er zelfs onder de leerlingen van bedoelde predikanten één of meerderen zich bevonden, die geenszins met hun gevoelens instemden. Het lag dus op den weg van den Kerkeraad, zich desaangaande zooveel doenlijk zekerheid te verschaffen. Want sprak het al vanzelf, dat hij in geen geval mede mocht werken tot het afleggen van een belijdenis die geen belijdenis van den Christus was, hij behoorde juist daarom te bedachtzamer toe te zien, dat hij bij geen der aanvragers een bedoeling onderstelde, die niet bestond. En zoo is het dan gebeurd, dat de Kerkeraad de verzoekschriften van al deze jongelieden schriftelijk en eensluidend beantwoord heeft, om hun mede te deelen, dat hij volgaarne bereid was, om aan hun verzoek te voldoen, bijaldien zij zijn medewerking vroegen, met het doel, om belijdenis van den Heere Jezus te gaan doen, maar dat hij, bleek dit onverhoopt anders, zulk een medewerking zou moeten weigeren. dit
schrijven
2
te
beslissen,
of
had nu elk dezer jongelieden wensch om elders aangenomen voortsproot uit drang om den Heere Jezus Christus te te worden", belijden, clan wel aan zulk een beweegreden vreemd was. Er mag toch verondersteld, dat een persoon van mondigen leeftijd, die zich metterdaad door geloof in den Heere Jezus Christus gedrongen gevoelt, met vreugde elke gelegenheid zal aangrijpen, om zelfs het zwakste vermoeden van zich te weren, als kon ooit loochening van de Gelijk
voor
uit
zichzelven
)
blijkt,
zijn
//
eere zijns Heilands in zijn bedoeling liggen.
En
toch, met leedwezen moet het uitgesproken, maar toen gewas: //Is het metterdaad uw bedoeling om belijdenis van uw Heer en Heiland te gaan doen? ' hebben allen den Kerkeraad teleur gesteld en is er niet één teruggekomen met den blijmoedigen uitroep Ja ik van ganscher harte ! Integendeel, verreweg de meesten herhaalden hun aanvrage, zonder
vraagd
1
—
:
was deze bijvoeging in enkele verzoekschriften achterwege gebleven; maar ') Wel verreweg de meeste kwam ze voor; en bij de andere mocht uit den aard der zaak geen andere intentie ondersteld worden, overmits de Kerkeraad nimmer generale attesten van zedelijk gedrag uitreikt. in
2
)
Zie pag. 29.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's