Het dreigend conflict. - pagina 62

;

,

60 des Heeren te waken en hen, die tot de kerk behooren, van zonden Geheel de zendbrieven aan Timotheüs en Titus, de af te trekken. brieven aan de zeven kerken in het tweede en derde hoofdstuk der

van

Openbaring

Johannes,

meer

onder

en

heiligen apostel Paulus aan de Opzieners der

Er

dit.

zelve»,

e'gen

om

Want die

zullen,

die ook dan doorgaat,

opziener»

de

uit

u

20:

Hand.

de gemeente

bloed.

inkomen

u

in

Kerk van Efese bewijzen

en 29: Zoo hebt

28

en op de gcheele kudde, over dewelke u de Heilige

gesteld heeft, zijn

toch

staat

afscheidsrede van den

de

gesteld

zelve

discipelen

af

n

te

zullen

dit

Gods

te

weet

ik,

dat na

mijn

opzieners

opstaan, gelijk

vertrek

zware wolven

in de eigen kerk,

blijkt

uit

vs.

waarover

30 en 31

opstaan, sprekende verkeerde dingen,

trekken achter zich.

tot

Een verantwoordelijkheid,

wanneer valsche leeraars mannen

tot

weiden, welle Hij verkregen heeft door

de kudde niet sparen.

zijn,

acht op u

clan

Geest

Daarom v

takt

,

en gedenkt

,

En

:

om

de

dat ik drie

lang, nacht en dag, niet opgehouden heb een iegelijk met tranen te vermanen. //Huurlingen" scheldt de Heere Jezus Christus dan ook al zulke herders, die voor het heil hunner kudde niet waken, maar ze ook dan nog begaan laten als gevaar voor zondigen tegen het heilige Gods hen genaakt; gelijk blijkt uit Joh. 10 12 en 13, waar geschreven staat: nMaar de huurling, en die geen herder is, ivien de schapen niet eigen zijn, ziet den wolf komen, en verlaat de schapen, en vliedt; en de wolf grijpt ze

jaren

,

:

en

verstrooit

de schapen.

En

de huurling vliedt,

overmits hij een huurling is,

en heeft geene zorg voor de schapen."

Uit welke vier aan de Heilige Schrift ontleende overwegingen derhalve deze slotsom moet worden opgemaakt ten eerste: Tot het Avondmaal des Heeren toe te treden zonder het dien einde waartoe de Heere het heeft ingesteld te richten tot is :

,

ZONDE VOOR GOD;

Wie toetreedt zonder te belijden dat Christus de Heere bloed vergoot voor de vergeving der zonden, en die eens komt ten gerichte, begaat deze zonde ten derde.- Wie deze zonde begaat, maakt zichzelven schuldig aan ten

die

is,

tweede:

zijn

;

het

kerk

en

lichaam en

bloed des Heeren en brengt den

toorn Gods over de

:

vierde.- Opzieners in de kerke Christi mogen nimmer actief en bewustheid tot deze zonde medewerken, noch er onverschillig tegenover staan, maar zijn verplicht haar, zooveel in hen is, te voorkomen.

ten

met

Met dezen klaren en duidelijken

last der Heilige Schrift is nu echter van het Provinciaal Kerkbestuur in lijnrechten strijd. Immers dit kerkelijk Bestuur gelast, dat aan eenige jongelieden het middel zal verstrekt worden, om zich elders op dusgenaamde belijdenis des geloofs te laten aannemen. Het gelast dit, op grond van art. 40 van het Regl. o. h. Godsd. en verklaart dat uit dit artikel voor den Kerkeraad de verplichting voortvloeit, om aan een iegelijk, die hiertoe aanvrage doet, wie hij

de

last

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen