Uit de diepte - pagina 164
158 boren! maar
zyn banden en bitterheid, en de werkedan slaafsche gebondenheid eene gebondenheid der zonde en des doods. Maar Gods kinderen zijn vrij, zelfs in banden en boeien. «Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zoo zult gij waarlijk vrij zijn" (Joh. 8 36). En: »A1 laagt gij tusschen twee rijen van steenen, zoo zult gij toch worden als vleugelen eener duive" (Ps. 68 14«). Ziet, Paulus, in den kerker geworpen, juicht met opgeheven handen in dien zaligen roem. En daarom noemt hij zich de gevangene van Christus Jezus, dat is de vrijgemaakte van Christus Jezus. Want de gevangene van Christus Jezus, dat is de gebondene door de banden zijner liefde, dat de vrijgemaakte van Christus Jezus. is De gevangene van Christus Jezus dat is de gebondene door de banden zijner genade, dat is de vrijgemaakte van Christus. De gevangene van Chi'istus Jezus dat is de gebondene door de banden zijner barmhartigheid en zyns vredes, dat is de vrijgemaakte van Christus. En alzoo gevangen, dat is vrijgemaakt, heft de apostel daarby de ketenen zijner handen op, (en dit is de andere beteekenis, die hier in dit woord ligt), en roemt er in, dat hij verwaardigd is om met Christus in de gevangenis en in den dood te gaan. Want om het evangelie van Christus was hij in de gevangenis geworpen, om den dienst des evangelies met banden en kluisters beladen. En dat is zalig. Immers, om den naam des Heeren smaadheid, en geeseling, en brandmerk en kruis te mogen verdragen, o, 't klinkt wonderspreukig, en toch, 't is zoo, 't is hemelsch waar, dat komt van den berg der zaligsprekingen. En zalig is hy, die 't van daar ontvangt en verstaat, om te deelen in den roem van 's Heeren bloedgetuigen: » Kruis en banden, looft den Heere !" Maar nog om eene andere reden noemt de apostel zich de lijkheid
zie,
liet
niet anders
is
,
:
:
,
,
namelyk voor u, die heidenen zijt. Want der heidenen wil was hij in de gevangenis gekomen. Wijl bij den heidenen het evangelie bracht, was hij met banden en striemen beladen. Immers, toen hij verantwoording deed voor den raad, hoe de Heere tot hem gezegd had: »Ga heen, want Ik zal u ver tot de heidenen afzenden" hoorden zij hem tot dit woord toe, en verhieven hunne stem, zeggende: » Weg van de aarde met zulk eenen want het is niet behoorlijk, dat hij leve!" En zij onderzochten hem met geeselen (Hand. 22 vs. 22—24). En zoo was 't gegaan, de boeien in, de gevangenis in; zoo zou het gaan, den dood in. zijn zelfs wil, wijl de hope Israels bloeide in zyn hart. Maar ook, om der heidenen wil, wijl hij hun in den naam van Christus zegen en zaligheid verkondigde. gevangene
,
om
;
!
Om
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's