De twaalf patriarchen - pagina 77

I

,

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I I

I

I

I

I

•

I

I

I

l'lll>lill|i|i|lli|ililllllllilil!liiilil:l'l'i'»l«"l'>'l'»l'"l"l"l

Ö9

:

des harten, als Benjamin wordt

|

DE PATRIARCH BENJAMIN'.

uitgemoord,

Edomiet

weedom

van

vergaat

die

Babvloniër Israël voortsleept, en

als de

zonen;

tot

als

de

over al Israëls berooving

:

eindelijk Israëls groote Zoon, de Christus,

:

blijft

hem

geboren wordt, en ook naar

;

die

de moordende hand wordt

uitgestoken, en in den kindermoord van Bethlehem

nog eens

deze Rachelssmarte wordt opgewekt.

Juda zonen

met

is

uit Lea,

zijn

Benjamin

:

Jacobs anders zoo naijverige vrouwen verzoend

:

Eerst misgunt de een het kind aan de ander,

:

eindelijk

Doch ook

is

het

uit Rachel,

Bachels

in zichzelf heeft

den diepen zin van Rachels vergist

u,

smarte

die door het lijden

Hoor maar, Jacob

's

uitroept:

alle

der smarte,'' ervaren.

eet,

lief,

argheid van geweerd bleef.

zal het u stervend anders zeggen, als

„Benjamin

morgens roof

Benjamin op ontzettende wijze

Ben-ö/;?', //kind

en

's

is

als

een verscheurende wolf, die

avonds nog buit

:

i

zoo ge u Benjamin voorstelt, als een

aanminnig kind, waar

hij

:

:

van Lea.s kroost wordt gaande gemaakt.

Ge

:

en in dat tweetal

elkaar.

maar

:

:

verterende zielsmart weeneii

van

om waren

en met

de kinderen Israëls vertreedt

deelt.''

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen