Uit de diepte - pagina 699
:
693
kende kleederen hebben gezegd: «Gedenkt, hoe Hij tot u gesproken heeft", en zoo teekent Lukas (24 8) ons aan: »Zij werden indachtig zijner woorden," en wie Hij is, wiens werk dat herinneren is zal de Heere u verklaren, als Hij zegt (Joh. 14 26): »De Trooster, de Heilige Geest, welken de Vader zenden zal in mijnen naam, die zal u alles leeren en zal ii indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb." Nemen wij het dan voor Thomas tegenover den Heere op? Geenszins, geliefden wij waarschuwen integendeel, het woord :
,
:
!
om
keeren en te zeggen: »Weest niet geloovig, maar ongeloovig," u wijzende op de vrouwen, op de discipelen, die niet eerst gezien en toen geloofd, maar gezien hebben, nadat zij hebben geloofd, maar geloofd op des Heeren Jezus' woord, door den Heiligen Geest in het harte gelegd. Er is een bedroeven, er is een wederstaan van den Geest; er is opzetteIgk zich vasthouden aan het: » Indien ik niet," om straks weer door een ander » Indien ik niet" te worden gevolgd. Er is een moedwillig uitdooven van elk vonkje vreugde, dat in het hart wordt aangestoken, door bekrompenen vaak tot een kenmerk van een bekeerde en teedere ziele gemaakt. Er is een voorschryven aan den Heere van hetgeen den mensch belieft, een wet en regel stellen aan Hem. o, Het is goed, dat gij voor zelfmisleiding vreest; maar vreest ook evenzeer voor uitdooving van hetgeen des Heeren Geest wil werken, voor een geloof slaan aan den Booze, die u van uw heil wil afhouden en nog altijd het Woord des Heeren tegenspreekt en den mensch tot loochenen aanzet. Waar de Heere u komt troosten, daar mag die troost niet worden afgewezen. Zoekt de donkerheid niet niet
te
maar bidt om licht of blijdschap in het gemoed; want daarin heeft de Heere een welbehagen. Weest niet ongeloovig, maar geloovig. Begeert er met uw geheele ziele naar, om den beker der verlossingen te mogen opnemen, en op den eenig waren grond Gods Woord, door den Heiligen Geest u kenbaar en duidelijk geworden, te mogen roemen in Hem, die dood is geweest en leeft in alle eeuwigheid die gestorven is voor onze zonden, en opgewekt tot onze rechtvaardigmaking. Bekommerde zielen zoeke door Gods genade uw oog naar licht en zij uw gebed als van den vader, die met tranen riep ï>Ik geloof, Heere! kom mijne ongeloovigheid tehulp." op,
:
;
!
Merk
op, mijn ziel!
wat antwoord God u
Hij spreekt gewis tot elk, die voor
Zijn gunstgenoot,
Mits
hij
niet
Hem
geeft; leeft,
van blijden troost en vree,
weer op
't
spoor der dwaasheid tree.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's