Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 101

HET PLAN DE CAMPAGNE.

De aanvraag dan om

van

attesten

83

gedrag

zedelijk

doen afgeven door

te

den Kerkeraad werd voor het Classioaal Bestuur gebracht. Naar niet voorgeschreven door het Reglement,

was het afgeven

God

zijn oordeel

het weigeren

Reglementair was

op zichzelf zonder persoonlijk onderzoek onverdedigbaar. de weigering onstraffelijk, maar zedelijk voor

maar

zéér schuldig.

Meer kon

het Bestuur, schoon het besluit zelf nogal uitvoerig was, er niet aan doen,

minder omdat de

te

in een deel

feitelijk

van hunne bediening geschorste

Predikanten volstrekt geene kennis daarvan aan het Bestuur gegeven hadniet behoorlijk ingelicht, er mededeeling

van het Bestuur,

den, en geen lid

van gedaan had.

Maar

Kerkbestuur

Provinciaal

het

1885, het afgeven der attesten

afgegeven

zijn,

indien er

binnen den

;

van

tijd

zes

van 26 October

weken moesten

ze

den Kerkeraad geen bezwaar bestond tegen het

bij

voor wie ze dienen moesten, en dat zonder

personen

gedrag der

zedelijk

gelastte, bij besluit

eenig onderzoek naar hunne geloofsovertuiging.

Wat nu zijn,

te

doen ?

—

ook daarvoor den

Hoogst gewichtig zou de Kerkeraadsvergadering

November 188G

6"^"^"

straat N". 4G beschreven. Ik mocht

gezondheid verbood mij eigenlijk, er heen gelukkig,

verlof geven,

benauwd werd.

de

vergadering

Vooraf echter had

in het OefeningsJmis

ik

te te

gaan

op de Spui-

maar de toestand mijner

niet wegblijven,

de Voorzitter kon mij,

;

toen de atmosfeer te

verlaten,

nog de gelegenheid, eenige formeele

bezwaren tegen de uitspraak van het Provinciaal Kerkbestuur

te

doen hooren,

en mijn leedwezen uittespreken, dat het ook daardoor toonde de leervrijheid importeeren,

willen

te

gestelde

vraag.

De

maar

ik

heel

eerste

adviseerde

naar de

zoo

Ds.

mij

van

aannemen

;

was m.

er

Posthumus Meyjes

J.

beantwoording der

alle

moest gehoorzaam wezen, of de uitspraak

vergadering

eenvoudig voor kennisneming het

onthield

;

i,

geen derde.

Tot

tot het ,tweede, dat ge-

vaak uitgesproken beginselen des Kerkeraads was, de

Ouderling Kuhler, Poesiat en C. Ingwersen. Meyjes kreeg slechts één bondgenoot

;

maar

goedkeuring

bij

het

gevoelen

der

de vergadering.

laatstgenoemde

Op

broeders

vond blijkbaar

haar standpunt toch was

dit de eenige

raad die eisch was der zoo vaak uitgesprokene beginselen, der jaren achtereen

aangenomene houding, der waardigheid van den Amsterdamschen Kerkeraad, de in den Bijbel gepredikte ongehoorzaamheid

:

„

Wy

mogen

niet /" de gevol-

gen rustig afwachtende.

Maar de vernam

—

raad dier onderbevelhebbers was niet in

—

gelijk ik

den volgenden dag

overeenstemming met de bedoelingen van den Admiraal.

De voornaamste Kerkeraad

der geheele wereld, de Kerkeraad der grootste

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen