Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 24
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
HET PLAN DE CaMPAGNK.
6
mijn Heiland en even daardoor
voor
gemartelde
bezwaren
Geen
kerk.
dragen
te
bij
tot
lierstel
van onze op nieuw al
tic
niettegenstaande een zegen verre boven bidden en denken, aan
gevaren,
en
iets
oogenblik heeft mij die keuze gerouwd, ondanks
enkel
de voorbereiding verbonden.
werd
vurig begeerde werk
Het
mijn
dat
vol
hart
genoeg danken voor
heden vóór
juist
jaren
lien
begonnen
;
is
van blijde herinneringen
al
het goede, sinds genoten:
?
was een zaaijen met
't
lust,
wonder,
't
God
Ik kan den Heer mijnen
is
nooit
een maaijen
met rust Wel ontbrak het niet aan rotsen en distelen hoe kon het anders ? Mijn gemoed was vaak vervuld met vrees en smart immers, heeter werd de strijd, grooter de taak, zwaarder de zorg. Evenwel, 't zij gesproken tot roem van Gods genade, ik wensch ;
;
op die baan, door welke misstappen ook ontsierd; integen-
stap terug te treden
geen
de hand van mijnen getrouwen Leidsman. Maar, waartoe
deel, voorwaarts te gaan aan
bet verzwegen
angstvalligheid op dan in de ure mijner ambts-
klom nu met grooter
ik
?
aanvaarding. Het ging mij als den berg-reiziger die, naarmate
kronkel-paden
waarop
afgronden
dieper
betreedt,
op
dersstaf droeg, en in déze ure, ziende
dan ooit
bracht, levendiger
benijdenswaard
niet
man
die,
met klimmenden schroom den
ik
dat
Gij
let
immers op de teekenen der
dan
gend
eens
al
onze bekwaamheid
even
zij,
„Houd op
:
hare
als
Volgens den ander
rechtste
dienaar
zelfs
volk.
Volgens
op
is
eene
ons
gen
worden door „oefeningen"
een
kennis
alle
in
en
door
gerugsteund
zoovelen,
zelven noodig keuren
helaas
kan
plaats
wel
kerk
die,
nu eens drei-
iedere
kerk uitgediend, en
hare
;
werkzaamheid
haar op-
;
verderf
tot
binnenkamers en kleine kringen zonder behoorlijke
Ongezocht spannen dus de
verstand
die haar wel
!
Woord,
verschil-
niet
weinig
voor anderen, doch niet voor zichzelfs
door hen. die haar voor eigene
namelijk door dezulken onder hen, welke niet
stellen,
in
tal
van plaatsen. Mogelijk zou onze
den schat der bediening moeten leeren waardeeren door vol-
eens
gemis; in allen gevalle wordt haar steeds nadrukkelijker gevraagd:
slagen
hij
geregelde prediking uitnemend vervan-
onze
gedenken aan de herderlooze scharen
liefde
gansche
Neen,
voor den liefhebber van oudheden eenige
schandelijke
in
is.
noodig achten.
onze kerk als zouteloos zout, zoo niet erger
geestelijk
prijs
God
allerminst dan, als
wenken en stemmen
hoe vreemd het klinke,
ja,
;
gemeente op den hoogsten
het
;
altlians niet
geesten samen tegen onze voortdurende bediening van het
lendste
in
slechts
derde
van
uit
onze kerk van het oude en nooit verouderd
in
Volgens den een heeft
belijdenis,
waarde
oefening
!"
zijne leiding
die
tijden,
den prediker
vleijend,
Evangelie toeroepen heeft
omwenden,
velen blijven staan, zich
her-
een gids op zulk een vreeselijken weg, niet
als
enkel zélf vooruit, maar ook onsterfelijke zielen vóórgaan moet ziet
smaller
stijgt,
geen de jongste wending van mijn pad mij
't
voren gevoel, dat
te
de
is
hooger
breeder hinderpalen ontmoet, dan
ontdekt,
gerekend had. Geen wonder dus, dat
hij
hij
noodig dat de Evangeliebediening
in
uw midden
blijft
bestaan
Waarom
is
?
Voor de liefde tot Christus is 't genoeg, dat Hij het heeft gezegd, die dan ook voor. en woord geen spreekgestoelte vraagt als een gunst, maar vordert als een recht
Zijn
;
wordt het door eene aardsche macht dig schrift heid
het
heden,
!
—
het geloof weet
Evangelie
op
dan
de
te
niet
gegeven
het te nemen.
Op
gemeene
recht.
onze historie getuigt het
dienzelfden grond
neem
ik
in bloe-
de
vrij-
verkondigen, en reken op niets meer, van de zijde onzer over-
bescherming, die hare wet belooft en beveelt, waarmee de gezant
van Christus zich vergenoegen moet, sinds onze het
—
Evenwel,
het
is
en
blijft
staat
Evangelie en Kerk begreep onder
mijne hartelijke bede voor den edelen
Vertegenwoordiger van onzen aardschen Koning en voor de aanzienlijke Staten van
Raad dezer stad, evenzeer als voor op nieuw zoo diep gewond, dat ieder, niet enkel in
gewest, voor het achtbaar Bestuur en den
baar
Huis
van
Oranje,
dit
het dierzijn
hart
•
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's