Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 90

HET PLAN DE CAMPAGNE.

72

of

adspirant zelf oordeelen,

was

hij

al

dan

niet voor het lidmaatschap geschikt

geen Ouderling, geen Predikant mocht iemand afwijzen, die zich van

;

zijne

eigene

sprak

hij

geschiktheid

dan ook

overtuigd

hield,

stellingen uit, welke

en daarvan bekentenis deed,

met de

belijdenis der

al

Kerk volslagen

onvereenigbaar waren.

Zooveel in mijn vertnogen was, heb ik mij verzet in het Kerhelyh Week-

den Kerkeraad tegen de invoering én tegen de opvolgint^ van

en in

blad

de ten gevolge van al die wijzigingen ontstane bepalingen, Art. 38 enz.

Van

mij ging bijv. het denkbeeld uit tot oprichting

bond, ten einde

zamen de Synode of andere

te

staan in al wat

zij

zou verrichten in

Nederlandsche

der

in

strijd

van een Kerkeraden-

kerkelijke besturen te weer-

verband met het in dat Artikel belichaamde beginsel

met Gods Woord en met de

Hervormde Kerk

i).

belijdenis

Inderdaad

was

begin gemaakt met de formatie van zulk een bond,

bijv.

Juni 1879 leden

van

Doch wat den

te

6

ik daaromtrent

telijk

van

door de den ISden

ook voorgesteld heb, ik

stelde altijd duidelijk

op

dat de aannemeliugen moesten onderzocht worden door de

tot het onderzoek

en

en de rechten

dan ook een

Leyden gehoudene vergadering van de daartoe afgevaardigde groote Kerkeraden, waartoe ook de Amsterdamsche behoorde.

voorgrond,

(liefst

er

van wege den Kerkeraad afgevaardigde

twee Ouderlingen

%

leden, één Predikant,

terwijl ik bij herhaling

mondeling en schrifaan den Kerkeraad verklaard heb, dat ik mij niet naar de bedoeling !)

die bepalingen gedragen zou, als zijnde „in düidelijken strijd

ambtelijke verplichting,

plechtig op mij

Evangeliebediening, en nog laatstelijk

genomen

bij

bij

met mijne

mijne toelating tot de

mijne bevestiging alhier opnieuw

beloofd, eene verplichting die, bovendien, voor élken kerkbestuurder in Art.

XI

van het Algemeen Beglement uitgedrukt

opgeheven werd

Op

alle

staat en

op geenerlei manier

^).

denkbare manier werd de behandeling van dit onderwerp tegenvele gelijkgezinde Ouderlingen en Predikanten, al had dan

gewerkt door

ook eene Kerkeraadsvergadering mijne verklaring met ingenomenheid begroet er waren zelfs onder de laatstgenoemde broeders Voorzitters, die,

;

geheel in

strijd

met het Huishoudelyk Beglement, weigerden, het Rapport

in behandeling

te brengen.

1)

Let wel op dat „der A'ederl. He,-v. Kerk'\ en bepaaldelijk op „hare reckien'\ mijn rapport van 1879 in 't Kerkeraadsarchief gedeponeerd.

2) Zie

3)

Evenmin kon

predikanten

Alleen eene

in

de

ik

om

Classis

dié verklaring kerkrechtelijk vervolgd worden, als de Moderne van Alkmaar die van hun standpunt hetzelfde verklaarden.

„handeling", ook in dezen eene uitgebrachte J/m, behoorlijk ter kennis van het Classicaal Bestuur gebracht, maakt censurabel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen