Dagen van goede boodschap - pagina 45

vil

DEN AVORTEL VAN

37

ISAÏ.

spannen hart, en dan eindelijk die koude onaandoenlijklieid, ijskoude onverschilligheid, dat om niets zich meer bekreunen en niets zich meer aantrekken, waarin zoo menig verstorven hart zich nog bij levenden lijve onteert. Buiten Jezus, buiten dien eenigen naam, waar leven o, en behoud uit afdruipt, buiten dien volheerlijken Immanuel, wat zijn dan de volken, wat is dan een menschenkind, wat komt er dan terecht van uw eigen persoonlijk hart? Eén doorgaande misleiding hét ^even der natiën, éen doorgaande teleurstelling de uitkomst van al uw menschelijk pogen, éen schreiende onvoldaanheid het roepen van uw die

onrustig hart.

En

Van

dat heeft de mensch gevoeld, geweten, doorzien.

diezelfde mislukking, diezelfde teleurstelling, diezelfde onvol-

daanheid,

die

u thans op

alle tonen, uit alle

hoeken van

het menschelijk leven en uit alle schuilhoeken van het schelijk

hart

tegenklinkt,

verneemt ge

de

klage

men-

uit

de

eeuwen, zoover de historie slechts naar het paradijs teruggaat; kwrau het gerucht tot ons uit alle volk dat, in wat hoek der wereld ook, in oude of in nieuwe dagen geleefd en geleden heeft bereikt u de mare van alle puinhoop of bouwval, die nog roept van wat eens blonk en groot was, maar nu inzonk en kreunt nog het machtloos lijden u tegen uit de lierzangen van alle volken, uit de klaagzangen van alle natiën, uit het gekerm van wie in ail en tempel en voor allen afgod gesmeekt hebben om verlossing, of althans mindering van smart. vx'oegste

;

;

Alleen Jezus, alleen Immanuel zou in zijn Godmenschelijk hart die diepe treurtonen opvangen

en saamlezen de tranen,

;

werden; en op aarde komen, om het water in veranderen; en van dien Jezus had God de Heere

die geschreid

wijn

te

reeds in

het Paradijs voor alle volk en alle

eeuw geprofe-

teerd.

Maar dat hoorde de arme mensch verstond

Wat

dat niet.

vermorzelen

naar geluk.

!

Van

begreep,

hij

Een slang den kop

die slang vatte hij niets meer. Hij doi-stte

Hij leefde uitwendig.

gerechtigheid had

niet. Hij

zou dat zijn?

hij

geen oog.

Voor den Heere of

zijn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen