Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 343

;

;

:

;

DE ONDERNOMEN VELDTOCHT. schorsten,

dat

zich

zij

het

gelijk

heet,

325

onder dagteekening van 29 Mei

van

onthouden

liever

het

;

is

geantwoord,

geven van eenig antwoord op de

gestelde vraag

Overwegende,

dat

het

Kerkbestuur van Noord-Holland, de

Provinciaal

kennis gekomen verkeerdheden niet vatbaar geoordeeld heeft,

zijner

te

om

alsnog eene poging te doen, die door raadgeving en terechtwijzing, ingevolge

van het Regl. voor Kerkelijk Opzicht en Tucht

den

Art.

4

al.

weg

te

ruimen, nadat het Classicaal Bestuur de geschorsten in de gelegen-

1

komen en nadat

heid gesteld had in onderwerping te

hen

zelf

bestuur

herhaling uitgenoodigd

bij

had

enz. uit

het Provinciaal Kerk-

zich te verklaren omtrent

de wegneming der bezwaren dat het Provinciaal Kerkbestuur heeft aangenomen, dat het

waarvan deze

tuchtzaak

staat, in het, in

hebben

stemd

Gemeente

vóór

tevens

feit,

ter

zake

aanhangig gemaakt, be-

door

Amsterdam van 14 December 1885,

te

Wijzigingen

de

Reglement en Instructie dat

is

de vergadering van den Algemeenen Kerkeraad derNeder-

Hervormde

duitsche

bezwaarden

tegen de

en

Bijvoegingen

enz., zooals hiervoor is

Kerkbestuur

Provinciaal

het

opzichte van elk der geschorsten het bewijs

is

in

opgegeven is

het

ge-

Algemeen

;

aangenomen, dat ten

geleverd, dat

hij

de bedoelde

stem heeft uitgebracht vóór de meer genoemde Wijzigingen en Bijvoegingen dat het Provinciaal Kerkbestuur op grond van zijne in de Uitspraak van 1

1886 aangevoerde overwegingen, de geschorsten heeft schuldig ver-

Juli

klaard aan verstoring van orde en vergrijp in de uitoefening van kerkelijke en hen

betrekkingen,

te dier

derlandsche Hervormde

zake heeft ontzet vau de door hen in de Ne-

Kerk en de Nederduitsche Hervormde Gemeente

te

Amsterdam

bekleede kerkelijke bedieningen en ambten, en hen voor on be-

paalden

vervallen verklaard heeft van de bevoegdheid tot het uitoefenen

tijd

van kerkelijke rechten en Overwegende, zijn

gekomen

bij

dat

de

aanvaarden van kerkelijke bedieningen

tot het

van deze uitspraak

bezwaarden

de Algemeene Synode,

bij

schrijven

in

hooger beroep

van 19 Juli 1886, en

zulks op den algemeenen grond

dat het Provinciaal voorbijziende,

en

niet

Kerkbestuur, Art. 11 van het Algemeen Reglement

gerekend

met de verplichting, aan

heeft

dus zoowel aan den Kerkeraad van

en Provinciaal Bestuur opgelegd,

woord,

te

beschouwen

als het

om

Amsterdam

het houden

als

alle Besturen,

aan het Classicaal

van de Gemeente

bij

Gods

hoofddoel van alle kerkelijke bemoeiing;

en voorts bepaaldelijk op grond

:

ten eerste: dat het Provinciaal Kerkbestuur niet overeenkomstig

Art

47

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen