Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vrouwen uit de Heilige Schrift - pagina 5

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrouwen uit de Heilige Schrift - pagina 5

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

3

Hoelang Eva geleefd heeft, weten we niet; doch denkelijk wel honderden van jaren; maar bang moet haar lot en ontzettend haar lijden geweest zijn. Zulk een vrouw te zijn, en dan het Paradijs, zij het ook slechts voor een korte wijle gekend te hebben, en daarna de wereld in te moeten, waarin nog niets voor de vrouw was, o. het moet een naamloos lijden zijn geweest. En toch in het diepe gemoed van die uit haar staat ontzette en daardoor geheel ontredderde Eva strooit God het zaad van een heerlijk geloof en laat Hij door dat geloof weer een hemel opgaan. Het zaad van die verleide vrouw zou eens den kop van den Verleider vermorzelen.

En daar klemt Eva

aan vast. Ja, als Kaïn haar geboren Kaïn het beloofde zaad reeds is, en roept ze uit: Ik heb een man van den Heere verworven. Arme Eva, hoe bittere ontgoocheling zou op die valsche hoop volgen, als straks de aarde het bloed van Abel indrinkt. En toch, na lange eeuwen is het Zaad van die vrouw in het Kindeke van Maria door Gods Engelen begroet. De zoon van Maria was ook een Kind van Eva. En dat is onze heerlijkheid, dat we het Kindeke van Bethlehem in de kribbe begroetende, met weemoed maar toch met blijde hope aan Eva terugdenkend, met het oog op dat Kindeke en op onszelven van haar zeggen mogen Onzer aller Moeder.

wordt,

waant

zich

ze dat die

:

II.

Höa en

Z^llla»

En Lamech nam zich twee vrouwen: de naam van de eerste was Ada, en de naam van de andere

Zilla.

Gen. 4

:

19.

Op verre na niet alle vrouwen, wier beeld in de H. Schrift geteekend wordt, zijn daarom toonbeelden van godsvrucht en ingetogen zin. De H. Schrift laat de vrouw, evengoed als den man, zien zoo1 ^. heur aard krachtens als ze is, en toont ons daarom drieërlei haar schepping; 2^. haar inzinking door de zonde; en 3*^. haar opbeuring uit die vrouwelijke ellende door almachtige, goddelijke :

genade. dat de vrouw in vroomheid den man van nature vergist zich. Althans na Eva is Sarah de eerste godvruchen hoe staat Sarah ook tige vrouw, waarvan de H. Schrift bericht dan niet nog achter bij Abraham

Wie nu denkt

vóór

is,

:

!

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Abraham Kuyper Collection | 264 Pagina's

Vrouwen uit de Heilige Schrift - pagina 5

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Abraham Kuyper Collection | 264 Pagina's