Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 188

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 188

toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Eerste deel.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZOND. VIII. HOOFDSTUK VI.

182

En daarom, mannenbroeders, Op voor

laat ons toezien.

ons, die (natuurlijk geheel buiten ons eigen toedoen)

Gereformeerde

de

nog eenig hart

paden ontvingen, en daarom het Souvereine ge-

klank van onzen Koning opvingen, op ons rust de dure verplichting,

moest het ons

al

onze rust,

al

al

ons goed,

ja,

om

het bloed onzes harten

kosten, voor die allesbeheerschende belijdenis pal te staan.

om

Niet, ons,

uit

de hoogte anderen te veroordeelen, want wat onderscheidt

we

niet

wel,

om

dat

met hem

afdoolden,

of

van

onze

doolpaden terug-

kwamen ? Maar

om

onverbiddelijk stand te houden, waar alles wijkt. Wel,

beseffen en in te zien, dat waarlijk geen Gereformeerde klanken

te

ons meer redden kunnen, maar dat het aankomt op ernstige bestudeering

van

de Souvereiniteit, op uietssparende aanvaarding van haar verreiken-

de gevolgen, en vooral op een belijdenis van haar heerlijkheid èn in alle

werk Gods én in de practijk van het leven.

Want,

laat het ons

met

ernste gezegd

zijn.

Te belijden dat God de Heere Drieënig verein

zijn Majesteit is,

in

is,

dat nut niet en

en dat Hij voorts óók Souis

werktuiglijk klanken sta-

melen.

dan

Neen,

eerst

wordt

Gods ingeleide

kinderen

Vader

werk

in

alle

deze

weer

belijdenis rijk en heerlijk, als het voor

worden

mag, de Souvereiniteit van den

van Oorsprong, de Souvereiniteit van den Zoon in

alle

werk van Redding, en de Souvereiniteit van den Heiligen Geest in

alle

werk

en

om

zaliglijk te

aanzijn

en

te

Heiligen;

en dan toch te bekennen en te belijden

erkennen, dat deze Drie

toekomst

volstrektelijk

Eén

zijn,

en dat heel ons

zijn

en

hangt aan de eere en majesteit van

deze Souvereiniteit van den Drieëenige.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 188

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's