E voto Dordraceno - pagina 256
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Tweede deel.
ZOND. XXII. HOOFDSTUK IX.
256 symboliek vulling
van
Oude Testament
het
van
er
eenigermate in de
Joden-Christenen
dagen stond, en moesten ook
zijn
dachte aan een Chiliastische toekomst Eerst lang na de Hervorming
gekomen door
is
bij
den wortel afsnijden.
en vreemdsoortige geesten, zooals
allerlei sektarische
enkele
Dissenters
in
de
droomerijen van Wiegel
;
terwijl de Piëtisten
onder Spener
onder Mede en Leader gelijk spoor
Engeland
in
in de
exegese van Pierre Jurieu van Sedan en
zinlijke
ten onzent door de sekte der Labadisten
en
wel elke ge-
zij
het Chiliasme toen weer aan het woord
Theosophie van Paracelsus en Jacob Böhme,
en Ezechiel Meth, in de
Rome
tegenover
zij
waarin de heilige apostel Paulus tegenover de
positie,
uit
nawerken, ook nadat de ver-
liet
gekomen was, stonden
Christus
in
insloegen.
Toch zou door deze sektarische beweging het Chiliasme van verre nooit de verbreiding gekregen hebben, die het thans onder de Christenen bezit, indien niet onverwachts van geheel anderen kant steun voor deze aloude
gedaagd
voorstelling
men
wat
van de Christelijke waarheid
een
pogen
wijsgeerige
basis
dat
En
Schleiermacher werkten.
goed
kende,
Böhme
tot
de
in schets gebracht, en
vertolkt, reeds lang
ook
bij
weerklank vonden, en door hun kanaal op Schelling en
Hernhutters
de
nu was
zoeken. Voor deze godgeleerden
met name aangetrokken gevoelden
zich
zij
Baader met zooveel talent
von
Frans
de gewone lezers wel
handhaven, maar anderzijds voor deze
te
theosophische voorstellingen die door Jacob door
onder
ook
godgeleerden, die eenerzijds de waarheid
;
religie
natuurlijk,
kent
noemt de Vermittelungstheologen, waartoe ook ten
de Ethischen behooren
onzent
het
Men
was.
gewoonlijk
zoo
geïntentioneerde,
is
het geschied, dat
men
bij
maar nochtans philosophisch
deze afwijgetinte god-
geleerden, plotseling een wonderbare liefde heeft zien ontwaken voor dat-
Chihasme,
zelfde
zieke
was
ingang
verworpen.
Theosofen
weg
dat tot dusver slechts
maar door de
vond,
en
Bengel,
met
bij
de sekte en
verwantschap
wiens
bij
den dweep-
rechtzinnige kerk altoos stelselmatig
met de Wurterabergsche
de Hernhutters niet te loochenen valt, ging op dien
allen voor, en wie verder de
namen noemt van Nitsch en
P. Lange,
van Hoffman en Keerl, van Meyer, Delitsch, Rothe en wie niet terstond dat tegelijk
hij
midden onder de Vennitteliingstheolofjen
voelt
staat, en ziet zich
omringd door heel een schare van geleerde en achtingswaardige
pleitbezorgers van het Chiliasme.
van wijlen Dr. Chantepie de deze
al,
la
Ook ten onzent zou men
Saussaje en van Dr.
namen kunnen noemen, maar om
bepalen we ons
liefst
Toch zou door deze
tot de
J.
uit
de school
H. Gunning ten
alle persoonlijk geschil te
mijden,
Duitsche theologen.
actie op zich zelf het
Chiliasme nog nimmer zoo
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's