E voto Dordraceno - pagina 99

ZOND. XL. HOOFDSTUK

genade"

ham

noemen, in tegenstelling met het verbond dat God met Abra-

te

onderscheide,

gemeene

genade

duidelijk

om

en

in

ons het

is

uitverkorenen

zalig

menschen en op een wereld

dam

deze genade, een

is,

worpen tegen een stroom van ongerechtigheid, die

van de vernielzucht en moordlust en lust

met onweerstaanbaren drang

anders

Een genade

uitgebroken.

de natuur zelve zich

den

Een goddeüjk

ordening

barbaarschheid

wilde

in

haar werking

zou

zijn

en zoowel in

is,

ook, en dat wel in de eerste plaats, in de

onder

maatschappij

der

waarom de doodstraf ook

stuiten

de leiding der historie en in het hart van

als in

maar

God opge-

menschenhart

tot roof en allerlei gruwel, die

die veelsoortig in

uit,

mensch,

enkelen

door

uit het booze

over de aarde opnieuw dreigde uit te gieten.

zich

om

onder zondige

aarde

den vloek draagt, een menschelijke samen-

die

mogelijk te maken. Ze

leving

die volstrekt niet ten doel heeft

maar om op

maken,

te

geopenbaard, dat er een

feit

werkt, en voort zal werken tot op de

ons

wederkomst des Heeren. Een genade, de

men

en dat dan het bijzondere Genadeverbond heet. Doch hoe

sloot,

ook

dit

101

II.

bij

de

is

reden

gerechtigheid;

burgerlijke

Verbond

ditzelfde

En

ingezet.

volstrekt niet

menschenhart zooveel edeler ware geworden, of door beschaving

alsof het

of verlichting de zeden zouden verzacht zijn,

stuitende en beteugelende kracht der

saamleving

menschen

onder

en

gestempeld,

uitzondering

geworden,

is

dank

deze

zij

er een ordelijke

de moord tot hooge

is

zekere

allengs

er

uitsluitend

gemeene genade,

mogelijk is

maar

veiligheid,

men kan

zeggen een gedeeltelijke zekerheid voor het leven ontstaan.

niet wedergeboren

van de

van

in

wat

en

de

weg

den

uw

maar

aalmoezen,

stem

ook

naaste,

zijn

hater

en

is,

den

in

staat

toon

uw u uw

van

en

wijze

de

van

licht

wat schimp en smaad ze in

is,

uw

volstrekt niet uit in

hart

en

betimmert.

den

ander

allerlei

den

En

klank

mensch

is,

die

u

men dan nagaat

als

van binnen gesteld

is.

opzij

poogt

te

dringen;

spotbladen hun tegenstanders

hun wederpartijders vervolgen, dan altoos

uw van uw

komt

en met wat scheldwoorden, met wat

nog

niet.

hart dezelfde hater

menschen elkaar kunnen zeggen; op wat een

;

het

zijn

daad, als er een kwaad

nageven

zinsels ze

van

de meest weldadige mensch. Immers, of

ja zelfs

hoe

gemeene genade in het minst

in den grond

u dood

in

fijnbeschaafde

sluwe

deze

blijft

als is hij

naaste

neiging

bitterheden

geslepen

werkt

daarentegen

Innerlijk

Wie

laster, ziet

Want

met wat booze

men

ver-

toch waarlijk wel,

wie zóó lastert, giftig

schimpt, bespot en uitscheldt, zou op staanden voet klappen gaan uitdeelen

en in moord lust krijgen, indien de uitwendige orde der saamleving

hem maar in

het

niet terughield.

spel

komen;

laat

Laat er maar eens er

eens

geld, geld

liefde voor

van een

een meisje

zijn,

erfenis

die

den

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen