E voto Dordraceno - pagina 96
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Tweede deel.
96
ZOND.
levend
IV.
ze zijn kinderen Gods, ze zijn verkorenen en geroepenen en ge-
;
Laat
rechtvaardigden.
hun
XX. HOOFDSTUK
ze
nog heden
en de engelen Gods zullen
sterven,
de eeuwige heerlijkheid dragen. Alleen maar, ze kennen hun
in
ziel
God lovend en dankend, met hun kindeke
eigen schat niet, en in stee van.
ten doop te gaan, liggen ze krank en machteloos nog altoos op het krank-
bed
ter neder en blijven
Onder
deze
heeft
aan moederweelde gespeend.
men
mannen en vrouwen,
de teederste zielen;
van Godswege op
die er
Te weinig
heilige.
zielstoestand; en
noch
afstooten,
verklaren
;
zijn
aangelegd
om
wil en te veel gevoel
daarom hard
maar met
is
schuchter
sterken en
Te meer omdat
is
verkeeren in het
te
soms de schaduwzijde van hun
zal verstandige geestelijke leiding dezulken niet
noch
vallen,
hun
bekommering voor onwezenlijk
hun
vollen eerbied voor
hun gevoel bevrijden van
zijn
zonder veel rede-
zielelijden,
neering, door goede, kloeke, manlijke prediking des te
die
gebedsgemeenschap kennen; fijnbesnaarden van gemoed; naturen,
innige
Woords hun wil zoeken
overprikkeling.
Woords
deze hulpe van de bediening des
hier noodzakelijk,
anderen staan, die aan het tegenovergestelde
er tegenover zooveel
euvel lijden. Deze zijn »/u7smenschen, gelijk die anderen gevoelsmenschen.
En
door die sterke ontwikkeling van hun wilskracht hebben ze vaak iets
snijdends, iets al te practisch, iets te kouds over zich.
zake
Koninkrijks zoo vaak als een optelsom.
des
weinig
En
teer.
angstig
voor
zooveel
toon schrikt hen
En
vruchtbaar
meente
stoot
Zoo weinig
anderen dan weer
die
ruwe behandeling van het
te
innig, zoo
Ze trekken zich
af.
De
heilige terug.
holle
af.
zal
de prediking des
Woords
eerst
dan weer
vallen, als de bediening tweeërlei tegelijk doet.
den wat en
dat
Ze behandelen de
de ge-
in
Zoo ze eenerzijds
uitwendigen ?<'iZsmensch wat intoomt, verinnigt en
warm maakt,
anderzijds den gevoelsmensch wat staalt, van zijn wiegeling afbrengt
en vastzet.
We ook
zijn
kruipt
in
de gemeente Gods niet
er een hysop langs
alle
den wand.
leliën
En
;
er bloeien ook rozen
alle plant vraagt
om
;
en
een
eigen verzorging.
Slechts worde één zaak streng en stipt volgehouden. Nooit worde toe-
gegeven, dat er drieërlei staat zou kunnen
de
zielen
hangen,
is
op
zijn.
Een
aarde, waardoor ze tusschen hel en
in strijd
Of nog dood en
met
al
Gods openbaring. Ge
dies een vijand
leven gezet, en dies een beminde
om
van God en
zijt altoos
zijn Christus.
Christus' wil. Voor
Iets daartusschenin bestaat niet.
soort
vagevuur voor
hemel moeten
God
blijven
van tweeën één.
Of reeds
in het
als zijn oogappel.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's