E voto Dordraceno - pagina 263
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Eerste deel.
ZOND. XI. HOOFDSTUK
weten wil wie
hij
is.
I.
257
Niet uit nieuwsgleriglieid,
maar door verwondering
maar
uitgedreven. Niet uit weetzucht,
Ware nu
klank
een
onzer
zou
zoo
ligt,
Naam
die
merkteeken,
naam
Naam
een
heil.
van Jezus alleen een klanknaam zooals de meesten
voor
die
zucht naar
uit
dragen,
waarin noch zin noch beteekenis
Heeren slechts een aanduiding, een zeker
des
geweest
vingerwijzing
zijn,
om nu
voor
Abrahams zoon een vrouw
voorts al verder in
het wezen des Heeren in te dringen.
om
Als Eliëzer met de kemelen komt,
Bethuel
te zoeken, is voor
ham vernomen
want den geestelijken geen
waardoor
alles
Doch
heeft.
zin
naam
wel, die
van dien
naam
die
naam
die door dien
naam
Doch zoo
het
is
Naam
In zijn
verstond
hem wakker
bij
niets,
niet; en het-
opklaarde, was uit-
den Christus
bij
is
wierd. niet.
waarheid.
Een naam noemt, drukt
wezen
Doch
wat
geen
leugen en geen verduistering van kennisse
er in het
noemen
óf wat ge
ge
maar
is.
zult,
opzettelijk anders wilt
in het paradijs
dierenwereld
de
en verstond, kon
hij
uit,
geeft te ken-
natuurlijk dat kan alleen zoolang er is;
maar houdt op
zoo-
wezen kent, óf wel
niet waarlijk in zijn
noemen.
Vandaar dat óns noemen zoo waardeloos
Adam stond
hem
zei
nog
hij
hem
geheel de zaak voor
nen,
dra
naam
als
de heugenis van vroegere gebeurtenissen en familiebetrekkingen
sluitend
kent,
den naam van Abra-
duidelijk, zoodra hij
let
is.
kon nog echte namen geven. Hij doorzag en vernog.
En omdat
hij
't
wezen der dieren doorzag
het ook uitdrukken, en in
naam weergeven en
hoor-
baar maken.
Maar ons ontging oppervlakkig,
ten,
zwaarte
hoogte,
wezen ontglipt
En
zoo
en
Als er
gewicht,
Al wat
en
kleur
nu nog kennen
is
van bui-
kennen maten van lengte en
vorm en wat
namen
het natuurlijk, dat onze
is
wij
We
bezien.
niet
al,
maar het
ons.
puur conventioneel
wij
die kenisse.
uitwendig
zoo weinig zeggen en meest
zijn.
booze bitterheid een sc/ieZrZnaam op de lippen brengt, dan leggen
nog
zin en bedoelen in, en ook onze
èynamen hebben meest
be-
duidenis.
Maar onze gewone namen
niet.
Waarom we
paard
het
klanken.
En
als
onder
de
boom
een
boom en
Holtius ons iets te zeggen. Zelfs onze I.
zijn
kinderen der menschen de één Comrie
en de ander Holtius heet, heeft noch die
E VOTO DORDE.
een
een paard noemen, dat weet geen onzer meer. Allemaal
een
naam van Comrie noch
doopnamen
'17
zijn
die
van
doode klanken ge-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's