Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 21

toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Tweede deel.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOOFDSTUK

ZOND. XVIII.

21

III.

en den Heiligen Geest dat de Zoon, die onze Middelaar scheidde,

lichamelijk Gelijk die

toch

is,

ook nadat

en wezenlijk nabij de zijnen

geestelijk

hij

blijft.

op aarde omwandelde, toch verklaarde, dat de Zoon

hij

den hemel nedergedaald was en derwaarts weer zou opklimmen,

uit

en

toen

hij,

toch

gelijker tijd in

te

bleef

den hemel ivns (Joh. nadat

aarde

op

hij

Hl

:

ook was

13), zoo

hij

de Middelaar lichamelijk deze aarde zou

verlaten hebben.

Tegenover het afgodsbeeld zegt de Heere bijJeremia: „Ben

van nabij en niet ook van verre

kunnen verbergen, dat

?

Zou

zich

iemand

zooverre

in verborgene plaatsen

Heere? Vervul

niet zou zien, spreekt de

Hij

onze

beperkte en aan plaats gebondene menschelijke

natuur aannam, maar wel in zooverre Hij één Heiligen Geest.

En daarom

juist als helder:

„Christus

menschelijke

zijne

God

den hemel en de aarde?" Dit geldt dus ook van den Zoon; niet

ik niet

voor

hem

ik

een

ik

waarachtig mensch en waarachtig God. Naar hij

is

Genade en Geest

zijne Majesteit,

Hiermee echter toegekomen

is

natuur

werpt

is

met den Vader en den

is

het antwoord van onzen Catechismus even

is

thans niet meer op aarde, maar naar

nimmer van

wijkt hij

de zaak nog niet ten einde.

men

ons

dat

tegen,

we op

ons."

Immers, aan

punt

dit

den Middelaar

die wijs

vernietigen, de goddelijke en menschelijke natuur uiteenrukken, en feitelijk niet

meer met

den Middelaar, maar slechts met den Tweeden persoon

de Drieëenheid gemeenschap onderhouden.

in

de vraag stelt (Vr. 48)

Godheid

„Maar zoo de menschheid

:

Catechismus

Of, gelijk de

niet overal is

waar de

worden dan die twee naturen in Christus niet van elkander

is,

gescheiden?"

Wat

dunkt

u, als ik

zeg dat een vader, die tevens koning

van vreemden kwam, en dat

heeft die in gevangenschap niet bij zijn zoon

en vloot

banier in

zijn

deel

kan en hem 's

niet

kan redden, maar

dan slechts tusschen de eigenschappen die

de

koning

bezit?

En

zal

is,

zijn geraakt,

in

er ook

is,

maar aan

ik

en nu als mensch broederen heeft die in

en als mensch onmachtig

zonder

dat

er

vader

zijn leger

ook

maar

is

bij

eigenschappen

twijfelen of het

zeg, dat Christus

om

's

vijands

God

macht

ze te verlossen en niet bij

dan God en mensch uitéén? of onderscheid

schappen,

als

dat in de besluiten en maatregelen

nu evenzoo

als ik

hen kan, maar als God alomtegenwoordig werkt en ruk

nu

tweeën, of onderscheid ik

die de vader en de

iemand

desniettemin toch niet het vaderhart

van den koning meesprak? En en mensch

hij

koning door

een zoon

vijands land kan planten en zijn zoon verlossen,

dan dien vader en dien koning

ik

als

is,

iemand

zijn

broeder uitredt,

ik slechts beider eigen-

twijfel

kan

rijzen, of in

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's