E voto Dordraceno - pagina 57

;

ZOND. XIX. HOOFDSTUK V.

maken

die daarin schuilen,

om uw

Ja

zonder

is,

op,

waar ge met halfgelooi

zelfs

ge aan datzelfde gevaar bloot staan. Halfgeloof klemt zich

blijft

den

aan

vast

kier

zich beurtelings, al naar de gelegendheid

wil in booze richting te sturen.

werkt,

wel

57

en

geestdrift,

gevolg

het

dat

is,

volvaardigheid,

onreine poel toch op een

de

aldus zijn verderfelijke uitwaseming door de

en

openblijft

maar zonder moed, zonder

Christus,

ziel

doet

opstijgen.

Doch

dit

maar

niet

is

We

al.

zijn

met de buitenwereld,

rapport

wereld

die

schimmen

in die wereld zijn

omwandelen,

een deel van die

die wereld gedurig naar ons trekt en dat onze natuur

Men kan

trekt naar haar.

geen steentjes in de beek, die zonder

een deel van ons zelf en wij

is

Vandaar dat

wereld.

als

monnik

zich wel als

een cel opsluiten, maar

in

daardoor houdt de sympathieke saamhoorigheid tusschen ons hart en

zelfs

de wereld niet op te werken.

En nu kan

zeer zeker die wereld, naar haar oorspronkelijke bestemming,

een heerlijk instrument

en

om God

Satan heeft het

nu

die

gegeven

wereld

te

om

ze

is

van God ontving ingedruppeld,

zij

doen misbruiken

Een tegefi

wijze

Die

het

op onze

Gods

majesteit, gelijk

is,

zij

om ons

van onze medezondaren. In hen

ziel

aan

;

en schrikkelijk

is

de verzoeking en de

verleiding die op die wijs van de wereld op ons uitgaat.

verzoeking

de

leidt

verlokking die er op uit

ons

een mond, heeft ze een sprake, treedt ze op geheel men-

krijgt die wereld

macht der

om

gebruiken voor Gods eere. Het sterkst werkt die

te

prikkel op ons door het zeggen en doen

schelijke

dit zoo

is

Satan achter het doorzichtig chassinet dier wereld,

loert

door haar begeerlijkheid te verlokken.

ons

dienen

zijn schepsel te

der zonde ook in die wereld, in haar bekoorlijk-

gif

heden, in haar sieraad en weelde, die

en

den Heere in

nieuwe aarde zal het ook alzoo wezen. Maar thans

de

op

niet.

zijn,

Heer

geloof

mag

ons

kind

zijn

lang

niet

opzettelijk

altoos gespaard, en zeer dikwijls

in zulk

een verzoeking

moet de wereld overwinnen. Het moet

blijken, dat de

des geloofs in Gods kind tegen de sterkste verzoeking bestand

vaak moet zulk een verzoeking het middel

zijn,

om

Immers

in.

is.

macht

En

ook

den verleider of ver-

zoeker in de conscientie te grijpen. Vandaar dat de Christus ons bidden leert:

dat

„Leid ons niet in verzoeking!"

vreest

te

zullen

als

de angstige bede van het kind,

bezwijken, en alleen door

Gods almogende genade

bestaan kan.

En nu komt zoekende

bij

deze booze ingeving van het eigen hart en deze ver-

kracht die van de wereld uitgaat, nog de rechtstreeksche aan-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen