Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 155

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 155

toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Tweede deel.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZOND. XXI. HOOFDSTUK VII.

zonde door de

En

biecht.

het einde was, dat de geestelijke Kerk veruit-

wierd, en dat toch de

wendigd

155

Kerk het

erf bleef,

waarop de Vergeving

der zonden koninklijk heerschte. Heilig

is

de Kerk, omdat ze het Lichaam des Heeren

absoluten zin van 1 Joh. III dat

God geboren

uit

hij

maar

zelven,

:

en wel in den

dat een geloovige niet zondigen kan^

9,

Maar

is.

is,

natuurlijk potentieel

;

d.

i.

om-

niet in zich-

maar door „het Woord

in Christus; niet door /(««) belijdenis,

dat Hij tot haar gesproken heeft." Geheel gelijk ons Avondmaalsformulier

het

„dat

zegt:

midden

zelven

wij

den dood liggen, en daarom ons

in

leven buiten onszelven, in Christus Jezus zoeken."

Thans echter verloor men

dit geestelijk gezichtspunt uit het oog,

deels in priesterlijke wijdingen, en deels in de

dit heilig karakter zoeken,

van

heiligmaking

onderwerpelijke

Door

aflaathandel voort.

en ging

personen.

de

dit valsche

Hieruit

kwam

toen de

standpunt wierd geheel de leer van

de zonde, van den mensch en van de verlossing op verkeerde paden ge-

en het einde was, dat, toen de Reformatie der 16^^ eeuw opkwam,

leid,

geheel het begrip van de Vergeving der zonden opgegaan was in een kerke-

Het ging buiten Christus, en ten

lijken handel.

leste

ook buiten de

ziel

om.

Dit greep Luther zoo machtig in de ontruste conscientie aan, en vandaar heel deze vergeving der zonden, gelijk de kerk die praetendeerde

dat

hij

en

aanbood,

„ Vergeving

voor de

om

verwierp,

nu, achter den rug der kerk om, den grond

der zonden" te zoeken inde rechtvaardigmaking door

het geloof.

En

dit

was

zichtbare in de onzichtbare Keik. heilgoed,

dat inklevende

Heeren. Wie mist

het;

en

slechts

den volzaligen Dit

tot

vergevitig der

in de onzichtbare

is

in

een teruggaan uit de

zonden

Kerk

is

als het

een geestéüik

Lichaam des

zooverre ge u van zijt,

uwe aanhoorigheid

smaakt ge van

die

tot het

Vergeving der zonden

troost.

verband echter hield Luther niet aldoor vast, en vooral de latere

Lutheranen

hebben de „Vergeving der zonden" maar

persoonlijke zaak tusschen righeid tot het

deling

De

daartoe hoort, heeft er deel aan; wie daar buiten omdoolt,

Lichaam des Heeren bewust al

drong

juist gezien, in zooverre het

tusschen

God en hun

al

te

zeer tot een

hart gemaakt, buiten de aanhoo-

Lichaam van Christus om. Zoodoende wierd het een hande

ziel

van

A

en haar God, en de

God, en van een saambezitten van dezen heilschat

den Gods wierd ternauwernood meer Reactie tegen de dwaling van overgestelde eenzijdigheid geleid.

iets

als

ziel

van

B

en haar

Gemeente des leven-

gevoeld.

Rome had

op haar beurt tot een tegen-

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 155

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904

Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's