E voto Dordraceno - pagina 66

ZOND. IV. HOOFDSTUK

60

u

wil

van

berger

Dat toeh

gave beroofdet.

die

I.

de zin van wat de Heidel-

is

dat de menschen zich zelven en al zijn nakomelingen van

zegt,

deze gave beroofd heeft.

Om

nu wel

dit

schen

op

die

moet helder

te vatten,

aarde

ingezien, dat de gezamenlijke

men-

leven en zullen leven, niet als zandkorrels

leefden,

naast elkander op een hoop liggen, maar als de bladen zijn van eenzelfden

los

We

boom.

vormen saam één

dom. Het

heeft Hij ons allen gemaakt. Niet de zandhoop, beeld. Alles organisch

En

Saam

saamhangend.

met

allen lotgemeen.

gelijk nu,

wanneer ge een

allen

dier

saam één mensch-

allen

zijn

het een uit het ander voortgekomen.

alles

is

We

geslacht.

Eén

éénen bloede

TJit

maar de eikestam

is

dus ons

één leven levend. Een iegelijk

onverbrekelijke levensgemeenschap.

den grond

eikel in

dien opgegroeiden eik uitbotten of bloeien

uit

zal,

legt, al

wat

ooit

aan

dien eenen eikel komt,

en er uit dien eikel niets komen kan, wat er niet oorspronkelijk in was,

komt

zoo ook in

Adam Dit nu

ligt

de

al

wat mensch

maar dat

Hij

van

Keizer

wat

en moet dus wel oorspronkelijk

is,

hem

later uit

opgroeide.

het klaarste uitgedrukt in het Werkverbond. „Verbond" toch

God de Heere

beduidt dat staat,

Adam

uit

in zijn geweest, al

met

niet

van ons afzonderlijk in betrekking

elk

met heel het menschelijk geslacht opeens

met Nederland

Duitschland

iets te

rekent. Als

verrekenen heeft en

b.v.

honderd millioen gulden van ons land moet hebben, dan zegt

„Er

zijn

4 millioen Nederlanders.

geeft f2r) schuld voor elk",

vordering

een

zulk

om nu

bedrag

voorts aan elk Nederlander persoonlijk

thuis

zenden;

te

som opeens van onzen Koning; en

gansche waart

tot

toen

Nederlander,

Nederland

wanneer

mede-aansprakelijk

die

ook

voor

aanging,

schuld geboren,

dat

maar

hij

nu nog

of ge

eischt die

niet geboren

doet er niets toe; als

uw Koning gerekend

ge in

zijt

uw Koning en uw Hoofd

gevolgen, zoo

de

hij niet;

Dit getal op de 100 millioen gedeeld,

en die

schuld niet kwijt.

En

op die wijs moet ge nu ook

generale menschenkoning en aller

menschelijke

de

slacht

in

eens

ons allen alleen te

schuld

Adams

niet op ons,

hoofd, en

hoofd voor hoofd,

verhaalt, acht ons allen in

met hem. En

positie verstaan.

menschen

Adam

of we, toen onze

Adam

is

de

God de Heere

die

maar op ons

ge-

te zijn

en rekent voor

menschenkoning weigerde

betalen nu reeds geboren waren of nog niet geboren, dat doet er niet

toe,

menschen

als

tot

het

menschelijk

rijk

behoorende,

zijn

wij in ons

hoofd gerekend en mede aansprakelijk voor wat Adam, ons hoofd en onze

menschenkoning, tegen God misdeed.

Het

verbondskarakter

maar de

van

het

Werkverbond

natuurlijkste zaak ter wereld, die

is

geen vreemde zaak,

nog dagelijks

in

elk gezin te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen