E voto Dordraceno - pagina 354
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Eerste deel.
ZOND. XIII. HOOFDSTUK IL
348 Uitgewischt
de
factor in de Heilige
Uitgewischt leer
de
tusschen den goddelijken en den menschelijken
grens
Schrift.
tusschen
grens
den Schepper en het schepsel in de
van een eeuwige schepping.
Uitgewischt de grens tusschen
God en mensch
in de valsche uitlegging
van het Beeld Gods. Uitgewischt de grens tusschen
en eeuwigheid, door de leer van een
tijd
bekeering na den dood.
Uitgewischt
de
grens
tusschen
ziel
en
grens
tusschen
het
natuurlijke
lichaam,
in de leer
van de
Geistleiblichkeit.
Uitgewischt
de
en het genadeleven,
door het loochenen eener absolute wedergeboorte.
Uitgewischt
de
tusschen
grens
Israël
en
de heidenwereld, door een
naturalistisch proces van alle godsdiensten.
Uitgewischt
de
tusschen kerk en wereld, door de leer van een
grens
volkskerk, waarin nagist wat in het volk gist.
Uitgewischt
de
grens tusschen een „wijsheid Gods" en „de wijsheid"
der menschen, door een kwansuis „geloovige wetenschap."
Uitgewischt
de
tusschen
grens
het
zedelijke en verstandelijke leven,
door het ijveren voor een verzedelijking (ethisirung) der waarheid.
En
nu
zoo
door
verlosten,
ook
uitgewischt
het
de grens tusschen den Christus en zijn
vermenschelijken
van
het
goddelijk subject in den
Middelaar.
Dat kwaad, waaronder de kerk van Christus thans zoo waarop
hang
in ons vorig hoofdstuk reeds
kortelijk uiteengezet,
Catechismus
Het
gewezen wierd, moest hier in samen-
de beteekenis van deze 33^'^ vraag in den
te vatten.
toch
is
om
bitter lijdt, en
bij
Catechismusvraag volstrekt niet de plaats,
deze
breedvoerig de Godheid des Zoons te gaan bewijzen,
maar
uitsluitend
om om
de grenslijn zuiver te houden, waardoor ons kindschap van het Zoonschap des Zoons gescheiden
Catechismus den
antwoordt,
en
Daarvan hij
alleen handelt de persoon die in den
trekt die grenslijn zeer juist zóó, dat hij
Middelaar toekent het natuurlijke, eeuwige Zoonschap en voor ons
slechts het
En
ligt.
aangenomen kindschap, het kindschap door aanneming
daar nu de godgeleerden onzer dagen, op het voetspoor der Duitsche
Pantheïsten, ook ten onzent deze grenslijn uitwisschen door
schap van den Middelaar en ons kindschap ineen juist
kerk
overlaat.
de is
plaats
om
te
feitelijk
het Zoon-
doen vloeien, was het hier
de diepe wonde, die door het Pantheïsme aan onze
toegebracht, bloot te leggen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's