Sociale hervormingen - pagina 93
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I. Stuk II.
,
355
aan loon uitbetaalde aan zijne werklieden, de kosten van onderdit bijna ondoenlijk onderzoek te zijn vaartuig enz. vermijden, bepaalt artikel 15, dat de verzekerde werkgever geacht zal worden een loon te verdienen, dat gelijk is aan het loon van een zeevisscher, die als schipper, dus als hoogste in rang, werkzaam is op eenzelfde soort van vaartuig en in hetzelfde of in een soortgelijk bedrijf als de hierbedoelde werkgever. Men kan veilig aannemen, dat de verdiensten van deze beide personen in den hij
Om
houd van
regel niet veel zullen uiteenloopen.
Artikel 16. Niet ieder werkman in de zeevisscherij verdient gemiddeld hetzelfde loon. Vandaar dat ook bij de vaststelling der dagloonen hiermede rekening moet worden gehouden. Een schipper op een logger ter haring visscherij zal niet hetzelfde verdienen als zijn collega op een stoomtrawler of als een garnalenvisscher of een haringpakker. Derde lid. Bij de Bepaling van de hoegrootheid van het dagloon kan men óf de Zondagen en algemeen erkende Christelijke feestdagen mede in aanmerking nemen óf uitsluitend het dagloon vaststellen over het aantal dagen waarop gewoonlijk gearbeid wordt.
In
het
eerste
geval zal het dagloon dan bedragen
X ,
365 in het tweede geval
X ,
waarbij
x de
,
verdienste over een jaar
Daar evenals bij de Ongevallenwet 190 1, geene schadeover de Zondagen en algemeen erkende Christelijke feestdagen zal worden uitgekeerd, moet het dagloon met deze omstandigheid rekening houden en dus vastgesteld worden in verhouding tot het aantal dagen, waarop gewoonlijk gearbeid wordt, zoodat de Zondagen en bedoelde feestdagen niet in aanmerking mogen komen. In verband hiermede dient ook de premiebetaling over 309 en niet over 365 dagen te geschieden. Ten aanzien van dit laatste punt zij nog verwezen naar de toelichting
voorstelt.
loosstelling
op
art.
84.
lid. Dit lid is in overeenstemming met het bepaalde in de Ongevallenwet 1901, dat geene hoogere uitkeering kan worden toegekend dan zeventig procent van een dagloon van f 4.
Laatste
Artikel scheiden
17.
Men kan
drie soorten
van
volontairs,
enz. onder-
:
den volontair, die geen loon verdient deze kan volgens aanspraak maken op eene vaste of voorloopige rente, dus alleen zoo hij door een bedrijfsongeval wordt getroffen, dat ten gevolge heeft, dat hij na den in dit ontwerp aangenomen observatietijd nog geheel of gedeeltelijk ongeschikt is tot werken. In dit geval ontvangt hij eene uitkeering, berekend naar het laagste dagloon van den volslagen werkman van hetzelfde geslacht in a.
art.
;
1
7
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's