Sociale hervormingen - pagina 351

339 bedrijf op te

nemen

in art. 4;

de uitsluiting zou dan meer prin-

cipieel zijn.

De woorden, waarin die uitsluiting thans is vervat, gaven bovendien aanleiding tot de vraag, of het met de bedoeling der Regeering overeenkomt, dat, wanneer in een der ruimten van een vaartuig arbeid wordt verricht in of ten behoeve van een ander dan het schippers- of visschersbedrijf, dientengevolge het geheele schip als fabriek of werkplaats wordt aangemerkt en dus b.v. de vrouw van den schipper des morgens vóór 5 uur geen werk zou mogen verrichten? De woorden „voor zoover" schenen hier ruimte tot twijfel te laten.

De

wijze, waarop de veenderijen in het ontwerp zijn behanwerd door sommige leden eenigszins zonderling geacht. Terecht worden in art. 4, onder a, in tegenstelling met het bepaalde bij de tegenwoordige Arbeidswet, de werkzaamheden in de veenderijen niet gerangschikt onder die, welke aan de werkingder wet zullen zijn onttrokken. In art. 14, onder </, wordt echter dit beginsel weder prijs gegeven door de verklaring, dat de veenderijen niet als fabrieken of werkplaatsen zijn te beschouwen; metterdaad wenscht de Regeering dan ook alleen de bepalingen der artt. 64 en 269 van het ontwerp op de veenderijen van toepassing te doen zijn. De leden hier aan het woord konden de d.

deld,

vrees niet onderdrukken, dat deze eigenaardige regeling in de praktijk tot moeilijkheden zal aanleiding geven.

Art. 15. De opmerking werd gemaakt, dat, mede in verband met het bepaalde bij art. 14, onder a, bierhuizen, slijterijen en eethuizen, wanneer de daar verkochte spijzen en dranken in eene andere inrichting worden bereid, tot de winkels zullen moeten worden gerekend. Gevraagd werd of de Regeering hieraan wel heeft gedacht men meende toch, dat het toepassen van verscheidene bepalingen, b.v. die betreffende den arbeidsduur, op de ;

hierbedoelde inrichtingen, in de practijk tot groote moeilijkheden zou aanleiding geven. Met het oog op het slot der bepaling van het eerste lid werd gevraagd, of, wanneer in een winkel tevens werkzaamheden worden verricht, die winkel niet als werkplaats moet worden aangemerkt. Geantwoord werd, dat bedoeld slot, blijkens de toelichting aan de zinsnede is toegevoegd om de barbierswinkels onder het bereik der wet te brengen. Eenige leden merkten naar aanleiding hiervan op, dat deze bedoeling dan toch alleen bereikt is voor zooveel betreft de barbiers die tevens een winkel houden; het barbiersbedrijf zelf blijft, in verband met de redactie van de artt. 9 en 10, buiten de wettelijke regeling.

In kruidenierswinkels wordt veelal tevens suiker geraspt of gezeefd, koffie gemalen, enz., alles werkzaamheden welke beant-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen