Sociale hervormingen - pagina 200
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.
:
igo
genoten door den getroffene en wordt dus door de Rijks\erzekeringsbank met dezen verrekend. De mogelijkheid van verschil tusschen de Bank en de Rijksverzekeringsbank is uitgesloten, indien de Rijksverzekeringsbank met de uitvoering der invaliditeits- en ouderdomsverzekering belast wordt; geschiedt dit niet, dan zal dit punt later geregeld worden. te zijn
Ari. 68. Is de verzekerde, die krachtens art. 66 behandeld of verpleegd is, krachtens de Ziekteverzekeringswet 1905 verzekerd, dan bestaat er geen reden hem bovendien bijv. vergoeding voor geneeskundige behandeling uit de ziekenkas toe te kennen
de Bank zal dus in zijn rechten behooren te worden gesubrogeerd voor het te zijnen behoeve uitgegeven bedrag. In beginsel is er geen reden om te onderscheiden tusschen verplichte en vrijwillige ziekteverzekering, maar practisch verdient het geen aanbeveling de Bank te subrogeeren in de rechten van hem, die vrijwillig verzekerd is. Daardoor zou er als het ware een premie gesteld worden op het niet sluiten van een vrijwillige ziekteverzekering door personen, die verplicht waren zich tegen invaliditeit en ouderdom te verzekeren zij die, daartoe niet verplicht, zich niet tegen ziekte verzekerden, zouden althans in gunstiger toestand verkeeren dan de vrijwillig verzekerden. Volgens het ontwerp kan dus hij, die niet krachtens de Ziekteverzekeringswet 1905, dus vrijwillig tegen ziekte verzekerd is, al zijn rechten te dier zake doen gelden, al wordt hij krachtens art. 66 behandeld of verpleegd. Zal de regeling echter niet onbillijk zijn tegenover hem, die krachtens genoemde wet verplicht is zich tegen ziekte te verzekeren, dan behoort hij van de uitkeeringen, waartoe de ziekenkas gehouden is, een gedeelte te ontvangen, evenredig aan het gedeelte der premie voor ziekteverzekering dat te zijnen laste komt. Hoe groot dat gedeelte is en of het voor allen, die verplicht zijn zich tegen invaliditeit en ouderdom te verzekeren, even groot is, zal eerst later blijken. De bepaling van het gedeelte, waarvoor de Bank in de rechten van den verzekerde treedt, wordt daarom overgelaten aan een algemeenen maatregel van bestuur. De ziekenkas mag geen gevaar loopen twee keer te betalen, eens aan den verzekerde en eens aan het invaliditeits- en ouderdomsfonds, en behoort dus kennis te krijgen dat de verzekerde krachtens art. 66 behandeld of verpleegd wordt: voor de uitgaven over den tijd vóór die kennisgeving door het bestuur der Bank gedaan, treedt de Bank dus niet in de rechten van den verzekerde. De ziekenkas behoort in geen geval gehouden te zijn tot uitkeering van een grooter bedrag dan waarvoor zij ontlast werd ten gevolge van de krachtens art. 66 bevolen behandeling of verpleging; heeft zij bijv. een geneesheer, aan wien zij een vast ;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's