Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sociale hervormingen - pagina 120

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sociale hervormingen - pagina 120

voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I. Stuk II.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

382 wet. Is dat het geval, dan komt de rente ten laste van de Rijks verzekeringsbank op den gasten dag na dien van het ongeval (art. 57.) d.

Van de voorloopige

rente.

Artikelen 52 en 53. Volgens artikel 52 is het bestuur der Rijksverzekeringsbank verplicht en soms bevoegd eene voorloopige rente toe te kennen. Dit artikel komt geheel overeen met art. 67 der Ongevallenwet 1901 en geldt zoowel voor den zeevisscher als voor alle overige verzekerden en hunne nagelaten betrekkingen. (Zie de artt. 55, laatste lid, 57, laatste lid en 60, laatste lid). Voor den vasten zeevisscher echter kan deze voorloopige rente anders worden vastgesteld dan voor de andere verzekerden en hunne nagelaten betrekkingen. Bij het vaststellen van eene voorloopige rente moet het bestuur der Rijks verzekeringsbank, evenals bij het vaststellen eener definitieve rente, rekening houden met het bepaalde bij artikel 59, en dus nagaan of de getroffene geheel of gedeeltelijk ongeschikt is tot arbeid welke overeenkomt met zijne krachten vóór het ongeval en met zijne bekwaamheden. Een ander criterium mag niet

worden aangenomen.

Artikel 53 maakt op dezen regel eene uitzondering. De beteekenis van dit artikel is tweeërlei. In de eerste plaats kan dit artikel van nut zijn om te voorkomen dat de verzekerde te veel als voorschot van de Bank zal ontvangen, zoodat hij bij de afrekening, bedoeld in art. 44, verzal zijn hetgeen hij te veel heeft genoten aan de Bank terug te geven. Iemand, die bij voorbeeld door een ongeval geheel ongeschikt is geworden tot werken en in de termen valt vóór het einde van het seizoen eene rente te ontvangen, zou, indien artikel 53 niet geschreven was, 70 pet. van zijn dagloon als rente ontvangen. Heeft nu de afrekening plaats, dan zou kunnen blijken, dat de getroffene aan de Bank nog iets had terug te betalen. Zijn er echter, volgens art. 52, termen eene voorloopige rente toe te kennen, dan kan het bestuur eene lagere voorloopige rente toekennen dan 70 pet. van het dagloon, zoodat bij de afrekening de rentetrekker niets verschuldigd zal zijn aan de Bank en zoodoende het gevaar wordt vermeden, dat de getroffene het hem als voorschot uitgekeerde geld als hem onvoorwaardelijk toekomende zal hebben beschouwd en verteerd en dat de Bank bewaard blijft voor eenen oninbaren post of voor den onaangenamen toestand, dat zij het haar verschuldigde bedrag moet inhouden op de rente \'an den rentetrekker, dat is op zijn noodzakelijk inkomen van een volgend jaar. Artikel 53 geeft dan ook met het oog op een en ander het recht bij de vaststelling eener voorloopige rente tevens te letten op hetgeen de getroffene in het seizoen van het ongeval heeft verdiend of aan uitkeering van de Bank heeft genoten. De bepaling van artikel 53 heeft echter nog eene andere be-

plicht

teekenis.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's

Sociale hervormingen - pagina 120

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's