Sociale hervormingen - pagina 251
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
307
onder hun toezicht staan. Hiervan zoude dus niet het gevolg geweest, gelijk door mr. Paul Scholten in het Weekblad van het Recht van 29 Februari 1904 n. 8020 veronderstellenderwijze wordt gezegd, dat „eene zelfde categorie van personen voor de daden van anderen tweemaal aansprakelijk wordt gesteld en haar daarbij éénmaal wel en éénmaal niet wordt toegestaan zich van de aansprakelijkheid door het aantoonen van zekere omstandig-
dat
zij
zijn
heden te ontheffen". Naar de bedoeling van de voorgestelde lezing van het artikel zou er cumulatie zijn geweest van gevallen, waarin aansprakelijkheid aangenomen wordt, niet van aansprakelijkheid voor eenzelfde daad.
Een andere vraag
het intusschen, of deze voorgestelde mateeene belangrijke verbetering kon worden die de ondergeteekende thans geneigd is
is
rieele wijziging werkelijk
eene vraag, ontkennend te beantwoorden. Eene regeling, waardoor de afzonderlijke verantwoordelijkheid voor ambachtsleerlingen wordt vervangen door eene algemeene van werkgevers voor hunne arbeiders, strookt trouwens beter met den gedachtengang der vorige ontwerpen, die ook den leerling als een arbeider beschouwden 1), dan met dien van het tegenwoordig ontwerp, hetwelk in de leerlingovereenkomst eene gansch andere overeenkomst ziet dan de arbeidsovereenkomst. Daar nu overigens de wijzigingen, waarvan in het Voorloopig Verslag wordt gewaagd, slechts de beteekenis zouden hebben van louter redactie-wijzigingen, terwijl de juiste beteekenis der woorden „werkmeester" en „knechts" in dit verband als algemeen bekend mag worden verondersteld, heeft de ondergeteekende geacht,
thans
besloten dit artikel ganschelijk ongewijzigd te laten. is tevens het belang vervallen, gelegen in eene beantwoording der opmerkingen betreffende het slot van het derde lid.
Daarmede
Artikel
II.
ZEVENDE TITEL
A.
Eerste Afdeeling. Gelijk in de Memorie van Toelichting (bladz. 26) werd medegedeeld, beteekent in het ontwerp het woord „dienstbetrekking" de verbintenis, welke door de arbeidsovereenkomst ontstaat. Dit woord vertegenwoordigt dus een ander juridisch begrip dan het woord „arbeidsovereenkomst", hetgeen een bepaald soort van overeenkomst aanduidt, dus, ingevolge art. 1349 Burgerlijk Wetboek, eene bijzondere „handeling, waarbij een of meer personen zich jegens een of meer andere verbinden". Zoude 1)
Memorie van Toelichting Ontwerp-DRUCKER, art. 15 n. 7, Memorie van Toelichting Ontwerp van igoi, art. 16370,
bladzijde 55;
officieele uitgave 6.,
bladzijde 33.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's