Sociale hervormingen - pagina 18
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
;
zijn, heeft de arbeider aanspraak op een loon, berekend volgens het voorgaande artikel, met verhooging van een derde gedeelte voor zoover dit loon bestaat in geld.
oorloofd
Artikel 1637 m. Ongeoorloofd en nietig is elk beding tusschen den werkgever of een van diens beambten of zetbazen en eenen onder één hunner gestelden arbeid, waarbij deze zich verbindt, het loon of zijne overige inkomsten of een gedeelte daarvan op een bepaalde wijze te besteden, of zijn benoodigdheden op eene bepaalde plaats of bij eenen bepaalden persoon aan te schaffen.
Van deze bepaling
zijn
uitgezonderd:
het beding, waarbij de arbeider zich jegens den werkgei. ver verbindt, de voor zijnen arbeid vereischte grondstoffen, werktuigen of bijzondere kleeding op eene bepaalde plaats of bij eenen bepaalden persoon aan te schaffen
het beding, waarbij de arbeider deelneemt in eenig fonds, 2 mits het fonds voldoet aan de voorwaarden bij algemeenen maatregel van bestuur gesteld; .
ten aanzien van minderjarige arbeiders het beding, dat 3 een gedeelte van het loon, gedurende de minderjarigheid verdiend, door den werkgever zal worden geplaatst in de rijkspostspaarbank met bepaling, dat het door den arbeider eerst zal kunnen worden opgevorderd, wanneer hij zekeren niet hooger dan één en twintig jaren te stellen, leeftijd zal hebben bereikt. .
Artikel 1637 n. Alle akten en geschriften betreffende het aangaan, wijzigen of beëindigen van arbeidsovereenkomsten, benevens alle stukken, die door den werkgever en den arbeider te zamen of ieder afzonderlijk, hetzij in onderhandschen vorm, hetzij ten overstaan van een openbaren ambtenaar, zonder medewerking van derden, ter uitvoering van de arbeidsovereenkomst worden opgemaakt, zijn vrij van zegel en van de formaliteit van registratie of worden, indien deze formaliteit wordt gewenscht, gratis geregistreerd.
Artikel 1637 o. De bepalingen van dezen titel zijn niet van toepassing op de overeenkomst tusschen de reederij en den schipper en op die tusschen den schipper en de scheepsofficieren en scheepsgezellen, geregeld in het tweede boek van het Wetboek
van Koophandel. Zij zijn voorts niet van toepassing ten aanzien van personen in dienst van staat, provincie, gemeente, waterschap of eenig ander publiekrechtelijk lichaam, tenware zij, hetzij vóór of bij den aan-
vang der dienstbetrekking door of namens
partijen, hetzij bij
of verordening, van toepassing zijn verklaard.
wet
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's