Sociale hervormingen - pagina 394
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
dat eene regeling door de plaatselijke Overheid en vooral ook het toezicht door plaatselijke ambtenaren waarschijnlijk beter doel zouden treffen dan eene regeling door den Rijkswetgever. Voorts wezen zij er op, dat bij het stellen van algemeene regelen door
den
Rijkswetgever rekening zou behooren
met hetgeen reeds
te
worden gehouden
verordeningen is wil men geen gevaar loopen verwarring te stichten, bepaald dan zou het in elk geval raadzaam zijn, dat te voren zoowel de Regeering als de Staten-Generaal zich van den inhoud dier bestaande verordeningen volkomen op de hoogte stellen. Gelijk in de Memorie van Toelichting wordt opgemerkt, kunnen bouwwerken vallen onder de omschrijving van fabrieken en werkplaatsen. De mogelijkheid scheen dusniet volstrekt uitgesloten, dat ook daarbij, krachtens het bepaalde bij art. 20 van het wetsontwerp, werkzaamheden of soorten van werkzaamheden zullen worden aangewezen, welke door een jongen of meisje alleen als leerling of als gediplomeerde zullen mogen worden verricht. Gevraagd werd, wat dienaangaande de bedoeling der Regeering is. Betwijfeld werd, of de, aan art. 19, onder 27 en 31, van het Veiligheidsbesluit ontleende, bepalingen van art. 171, art. 173 en art. 176, indien zij al, in tegenstelling met hetgeen wordt voorgesteld, op de bouwwerken van toepassing werden verklaard, aan de arbeiders bij de bouwvakken voldoende bescherming zouden verleenen. Men meende, dat b.v. ook hetgeen in de artt. 181 en 182 van het ontwerp wordt bepaald voor die arbeiders vangroot nut zou zijn. in verschillende plaatselijke
;
§
I.
Voorschriften ten behoeve van alle arbeiders.
Art. 75. Eenige leden meenden, dat het ondanks deze bepaUng onmogelijk zal zijn, dat in een gebouw, dat ingevolge de Woningwet onbewoonbaar is verklaard, geregeld arbeid wordt verricht. Een dergelijk gebouw toch kan als pakhuis worden ingericht en zal dan, vermits de arbeid van pakhuisbedienden niet valt onder de in art. 9 van het wetsontwerp omschreven werkzaamheden, niet als fabriek of werkplaats in den zin van het ontwerp zijn aan te merken. Maar zelfs zal de bepaling van art. 75 niet kunnen verhinderen, dat dikwijls geheel ongeschikte woningen in fabrieken of werkplaatsen worden veranderd. Daarom gaven sommige leden in overweging, het in dit artikel bedoelde verbod uit te breiden in dien zin, dat de gemeenteraden het recht zouden verkrijgen, perceelen niet alleen onbewoonbaar, maar ook voor fabriek of werkplaats ongeschikt te verklaren. Bovendien werd de opmerking gemaakt, dat de thans voorgestelde bepaling zal kunnen worden ontdoken door een perceel, zoodra eene onbewoonbaarverklaring in uitzicht schijnt te zijn, tot werkplaats te maken. Andere leden waren van oordeel, dat het in de laatste plaats bedoelde geval in de praktijk niet licht bezwaar zal opleveren. niet
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's