Sociale hervormingen - pagina 140

128

weg te nemen, werden op aandrang van de Commissie Rapporteurs in het ontwerp Veiligheidswet de vlasbraakhokken en zwingelketen onder een afzonderlijk nummer van art. genoemd. {Handelmgeti der Siateii- Generaal, Bijlagen 1894

om

twijfel

van

i

—

1895,

15. 5-)

Waar nu

de vlasbraakhokken en de zwingelketen, voor zoover den ondergeteekende bekend, zonder eenig bezwaar aan de werking der Veiligheidswet zijn onderworpen en bovendien de daar verrichte arbeid onder den zeer schadelijken moet worden gerangschikt, bestaat er alleszins aanleiding om ondubbelzinnig te doen blijken, dat de daarin werkzame personen zullen vallen onder de beschermende bepalingen der wet. Hoe schadelijk de werkzaamheden in vlasbraakhokken en zwingelketen is, blijkt uit het Veiligheidsbesluit, waar die inrichtingen in art. 1 ^, onder 17, onder de meer schadelijke bedrijven worden gerangschikt, voor welke bedrijven strengere voorschriften zijn vastgesteld dan voor andere.

van het artikel is om te zorgen, dat arbeider van de fabriek, de werkplaats of den winkel zal worden beschouwd, waar hij werkzaam is, indien hij tot het verrichten van die werkzaamheden is gezonden door het hoofd of den bestuurder van een geheel andere inrichting ofwel zelf hoofd of bestuurder is van dergelijke inrichting en hij niet deelneemt aan de werkzaamheden van het in de eerstbedoelde inrichting uitgeoefende bedrijf. Een schildersgezel, gezonden door zijn patroon om eene loodwitfabriek te verven of schoon te maken, blijft werkzaam voor het bedrijf van zijn schilderspatroon en moet niet worden beschouwd als arbeider in de loodwitfabriek. De loodwitfabrikant kan moeilijk aansprakelijk worden gesteld voor de naleving der wet door den schildersgezel in dienst van een derde. Art.

iemand

7.

De

niet

bedoeling

als

Art. 8. In het algemeene deel dezer Memorie (bladz. 6, onder ^) werd reeds medegedeeld, dat als jeugdige personen niet gelijk in de bestaande Arbeidswet worden aangemerkt jongens en meisjes beneden 16 jaren, maar dat die leeftijd was verhoogd tot 17 jaren. Het is wenschelijk voorgekomen om de volwassen personen te

onderscheiden

evenzeer als de jeugdige personen en

om

dus

te

definieeren de uitdrukkingen: man, vrouw, jongen en meisje. Het ontwerp toch bevat voorschriften, die of op eene, of op enkele van die groepen van arbeiders van toepassing zijn. Als

Voorbeelden kunnen strekken de artt. 65, 07, 228 en 363. In de bestaande Arbeidswet w^ordt noch de uitdrukking jeugdig persoon, noch die van vrouw gedefinieerd in den regel is in die wet sprake van jeugdige personen beneden zestien jaren en van vrouwen. Of nvi echter de vrouwelijke personen beneden de zestien jaren gerangschikt moeten worden onder de uitdrukking jeugdige personen dan wel onder de vrouwen, blijkt niet uit de ;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen