Sociale hervormingen - pagina 302
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
358
Naar het oordeel des ondergeteekenden zoude het geene vergeheel
terug
keeren tot het in het hetwelk iedere eigenmachtige verbreking der dienstbetrekking zonder dringende redenen onrechtmatig verklaarde. Dit stelsel toch is niet in overeenstemming met de eischen van het leven en van de practijk, die vorderen, dat de mogelijkheid worde opengelaten om, mits men geene onbillijkheid bega tegenover de wederpartij, onmiddellijk van den rechtsband, waardoor men aan die wederpartij verbonden is, te worden ontslagen. Zoodanige onbillijkheid nu begaat men niet, wanneer men, tegelijk met de verbreking der dienstbetrekking de schadeloosstelling voldoet in het nieuwe art. 1639/ genoemd. Trouwens de wetgever zoude ook in niet geringe tegenspraak komen met zich zelf, wanneer hij wèl rechtmatig oordeelende, dat b.v. de werkgever zijn arbeider den dienst opzeggende met 14 dagen, hem gedurende die 14 dagen tegen uitbetaling van het hem toekomende loon, in het werk houdt, onrechtmatig keurde, dat diezelfde werkgever, dienzelfden arbeider, in hetzelfde geval, gedurende die 14 dagen, met vooruitbetaling van loon, vrijaf gaf Toch is het duidelijk, welk eene goede gedachte aan de in het Voorloopig Verslag voorkomende opmerking ten grondslag ligt. Het is gewenscht, naar ook de ondergeteekende thans van oordeel is, dat de wet zich duidelijk uitspreke omtrent het onrechtmatige in het algemeen van de eigenmachtige verbreking. Op dien grond verklaart thans art. 1639^ {nieuw art. 1639/) de eigenmachtige verbreking der dienstbetrekking in het algemeen onrechtmatig en worden twee gevallen opgenoemd, waarin dit onrechtmatig karakter bij uitzondering niet aanwezig geacht wordt: i. wanneer de verbrekende partij aan de wederpartij tegelijkertijd eene 2. bepaalde schadeloosstelling geeft wanneer de verbreking is geschied om eene dringende reden, welke der wederpartij onverwijld is medegedeeld. De ondergeteekende gelooft, dat door deze bepaling het algemeen karakter der eigenmachtige verbreking duidelijk wordt in het licht gesteld, terwijl deze regeling tevens in overeenstemming is met de heerschende rechtsbegrippen en de eischen der practijk. Al kan worden toegegeven dat, uit een theoretisch oogpunt beschouwd, tegen den aanhef van het artikel bedenking kon worden geopperd, die aanhef is toch met het oog op de practijk en op hetgeen het ontwerp wil, dat rechtens zal zijn, geheel juist. Reden tot wijziging bestaat dan ook niet. Het vindt bij den ondergeteekende geen bezwaar het woord „grondige" door „dringende" te vervangen, zij het ook, dat de tegenstelling tusschen de hier bedoelde en de „gewichtige" redenen van art. 16393: (niemv art. 1639 ze») minder onjuist moet worden geacht dan de leden, hier aan het woord, van meening zijn. Immers de grond van eene reden, zooals hier wordt bedoeld, bestaat in de omstandigheid, dat zij de plotselinge eigenmachtige betering
zijn
in
zijn
ontwerp-DRUCKER nedergelegd
te
stelsel,
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's