Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sociale hervormingen - pagina 82

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sociale hervormingen - pagina 82

voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

70

waar locomotieven van spoor- of tramwegen ten behoeve van den geregelden dienst moeten worden behandeld 6.

7,

zoomede waar de geregelde voortgang der productie het

verrichten van bepaalden arbeid noodzakelijk maakt.

den algemeenen maatregel kunnen voor alle of voor begemeenten voorwaarden worden gesteld, welke bij het verrichten van den in het eerste lid bedoelden arbeid moeten worden in acht genomen. Bij

paalde

Artikel 327.

Aan

de mannen, die den in het vorige artikel bedoelden arbeid moeten in elke veertien opvolgende tijdperken van 24 achtereenvolgende uren ten minste 8 rusttijden, elk van ten minste 8 achtereenvolgende uren, gelegen tusschen 8 uur des namiddags en 6 uur des voormiddags, worden toegekend. Bestaat in de fabriek of werkplaats het drie-ploegenstelsel dan behoeven in elk zooeven bedoeld tijdvak slechts 7 zulke rusttijden te worden toegekend. Deze rusttijden worden aangewezen door het hoofd of den bestuurder der fabriek of werkplaats. verrichten,

Artikel 328.

Het voorschrift van artikel 325 is niet van toepassing op bewaken van fabrieken en werkplaatsen.

het

Artikel 329.

Door

namens Onzen Minister kan

in bijzondere omstandigonvoorwaardelijk of voorwaardelijk doch niet dan voor een bepaalden tijd, schriftelijk vergunning worden verleend om gedurende de in artikel 325 bedoelde tijdruimte arbeid te verrichten, welke niet genoemd is in den algemeenen maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 326.

of

heden

Artikel 330.

Een man mag in eene inrichting tot zuivelbereiding in de maanden Mei tot en met Augustus langer dan elf maar niet meer dan twaalf uren per etmaal arbeid verrichten, wanneer hem 6 uur des voormiddags en 8 uur des namiddags een van ten minste 5 achtereenvolgende uren en bovendien tusschen 8 uur des namiddags en 6 uur des voormiddags een rusttijd van ten minste 7 achtereenvolgende uren wordt toegekend. Bij toepassing van het eerste lid is het bepaalde in de artikelen 309 tot en met 318 en 325 tot en met 329 niet van toepassing. Het bepaalde in de artikelen 319 tot en met 324 is dan van toepassing met dien verstande, dat met inachtneming van het daar bepaalde de arbeid langer kan worden verricht dan twaalf

tusschen rusttijd

uren per etmaal.

i

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's

Sociale hervormingen - pagina 82

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's