Sociale hervormingen - pagina 289
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
345 die ongetwijfeld
mede afhankelijk
en denkwijzen,
is
zijn van plaatselijke toestanden eene verwijzing naar het plaatselijke gebruik
noodzakelijk.
Aan dit artikel uitdrukkelijk eene bepaling van dwingend recht toe te voegen schijnt onnoodig, daar toch ieder beding, waarbij ten aanzien van de vereischten van gezondheid en goede zeden van deze wetsbepalingen zoude worden afgeweken, reeds krachtens art. 14 der wet, houdende algemeene bepalingen der wetgeving, nietig zoude
zijn.
u. De uitdrukking „zij het ook zonder zijne schuld", het Regeerings-ontwerp van 1901 niet overgenomen, omdat zij volstrekt onnoodig voorkwam. In de natuurlijke beteekenis van het woord „verhinderd" schuilt geene enkele gedachte aan schuld aan de zijde des verhinderden. Op zichzelf schijnt het aanbeveling te verdienen op de door sommige leden aangevoerde gronden het woord „overeenkomst" te vervangen door „arbeidsovereenkomst", doch in verband met de laatste opmerking van het Voorloopig Verslag, betreffende dit artikel, heeft de ondergeteekende gemeend de aanbevolen wijziging achterwege te moeten laten. Immers, indien er geen plaatselijk gebruik te dien aanzien valt aan te wijzen en men verzuimd heeft bij de arbeidsovereenkomst omtrent het bedrag van dit zoogenaamd kostgeld eenige bepaling te maken, zoude men inderdaad in eene moeilijkheid geraken, alwaar ruimte voor misbruik allicht aanwezig zal worden bevonden. Bestaat echter te allen tijde gelegenheid omtrent het bedrag dezer vergoeding eene overeenkomst te sluiten, dan zal deze moeilijkheid althans
Art. 1638
is uit
niet
voorkomen.
Art. 16382/ (nieuw art. 1638^'). Na kennisneming van de opin het Voorloopig Verslag is de ondergeteekende van oordeel, dat de kosten, welke krachtens dit artikel op den werkgever drukken, werkelijk behooren te worden verlicht, evenals zulks is geschied ten aanzien van de bepaling van art. 1638 c, en op dezelfde gronden, welke bij de bespreking van dat artikel nader werden ontwikkeld. De termijn van zes weken is mitsdien tot vier weken teruggebracht. Dat geneeskundigen, wordt de voorgestelde bepaling wet, een anderen maatstaf zullen bezigen bij de berekening der kosten, dan tot dusverre, is een natuurlijk gevolg van de omstandigheid, dat niet meer de arbeider (dienstbode), doch de werkgever, voor de betaling dier kosten aansprakelijk wordt. Wanneer de werkgever de kosten van verpleging moet betalen, kan van de geneeskundigen redelijkerwijze niet worden verwacht, dat zij langer eene kostenrekening zullen indienen, die haren grond vond in de mindere financiëele draagkracht des arbeiders. Intusschen kan de ondergeteekende zich wel vereenigen met
merkingen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's