Sociale hervormingen - pagina 393
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
449
welke door den werkgever eenkomst aan den arbeider zijn verhuurd;
bedrijf gebruikt,
bij schriftelijke
over-
5. de koopprijs van gewone en dagelijksche benoodigdheden der huishouding, daaronder niet begrepen alcoholhoudende drank, alsmede van grond- en hulpstoffen door den arbeider in eigen bedrijf gebruikt, een en ander door den werkgever aan den arbeider geleverd, mits van die levering blijke uit eene schriftelijke, door den arbeider afgegeven, verklaring, vermeldende de oorzaak en het bedrag der schuld, en mits de werkgever niet meer
berekene
dan
die,
dan den kostenden prijs, en de prijs niet hooger zij waarvoor de arbeider zich die benoodigdheden der huis-
houding, grond- of hulpstoffen elders zou kunnen aanschaffen 6. de voorschotten op het loon, door den werkgever in geld aan den arbeider verstrekt, mits daarvan blijke door eene verklaring als in het voorgaande nummer vermeld; 7.
het
bedrag van hetgeen blijkt te veel te zijn betaald op van de uitkomsten van den te verrichten arbeid
het, afhankelijk
of op andere wijze vastgesteld loon; 8. de kosten van verpleging en geneeskundige behandeling, welke ingevolge artikel 16382/' ten laste van den arbeider komen.
Ter zake van hetgeen de werkgever krachtens de nummers en 5 zoude kunnen vorderen, mag door hem bij elke 3 uitbetaling van het loon niet meer worden in vergelijking gebracht, dan een vijfde gedeelte van het in geld vastgesteld loon, hetwelk alsdan zoude moeten worden uitbetaald; ter zake van hetgeen hij krachtens de bepalingen van dit artikel in het geheel zoude kunnen vorderen, mag de schuldvergelijking niet verder gaan dan tot twee vijfde gedeelten van hetzelfde bedrag. Elk beding, waardoor den werkgever eene ruimere bevoegdheid tot schuldvergelijking zoude worden toegekend, is nietig. 2
.,
.
.
Artikel 1638^. Bij schriftelijke overeenkomst of reglement bedongen, dat de werkgever een zeker bedrag van het loon niet zal uitbetalen, doch ten name van den arbeider bij .de rijkspostspaarbank zal beleggen, ten einde op dit bedrag de schadevergoeding te kunnen verhalen, welke door den arbeider bij het einde der dienstbetrekking krachtens artikel 1639^ verschuldigd mocht zijn. De inlage van dit bedrag geschiedt binnen drie dagen na dien der loonuitbetaling. Vanaf het oogenblik der loonuitbetaling wordt de arbeider geacht de eigenaar te zijn van het in te leggen
mag worden
bedrag. Dit bedrag mag bij elke loonuitbetaling niet meer zijn dan een tiende gedeelte van het in geld vastgestelde, alsdan betaalbare loon. In het geheel mag het ten hoogste het bedrag der 11. 29
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's