Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sociale hervormingen - pagina 509

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sociale hervormingen - pagina 509

voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

505

den werkman voldoende

om

zich bij eene andere ziekenkas te

verzekeren. h). De hier bepaalde termijn is ruim genomen ten einde voorkomen, dat de ondernemer bij het naderen van eene epidemie de erkenning der ziekenkas doet eindigen, om aldus aan het naderend gevaar te ontkomen, dat hij de ziekenkas geldelijken steun zou moeten verleenen.

(sub

te

HOOFDSTUK Van de

IV.

schadeloosstellingen.

Artikel 140 (sub B 3). Art 1 der wet tot vaststelling van bepalingen betrekkelijk het begraven van lifken, de begraafplaatsen en de begrafenis?'echten van 10 April 1869 (Staatsblad n. 65) bepaalt, dat een doodgeboren kind in eene gesloten kist op eene begraafplaats moet worden begraven. Onder de uitdrukking doodgeboren kind kan bezwaarlijk geacht worden begrepen te zijn eene niet levensvatbare vrucht van minder dan 190 dagen. De overweging, dat ten aanzien van zoodanige vrucht art. 1 der Begrafeniswet dus niet van toepassing is en zoodanige vrucht gewoonlijk niet op eene begraafplaats wordt begraven, heeft tot de in de bepaling voorkomende beperking geleid. (sub C d). verstaan.

Uit de

169 en vlg.

artt.

blijkt,

wat onder dagloon

is

te

C b). De hier bepaalde uitkeering bedraagt minder dan sub a voorgeschreven. In het sub a bedoelde geval mist het gezin de verdiensten van den verzekeringsplichtige voor dat geval schijnt het dus wenschelijk de uitkeering ruim te stellen, opdat zij in elk geval voldoende zij voor de bekostiging der (sub

die,

;

begrafenis. In het sub b bedoelde geval houden door het overlijden de verdiensten van den verzekeringsplichtige niet op de uitkeering behoeft dus niet zoo ruim te zijn gesteld. ;

C

Het

wenschelijk geen schadeloosstelling te dat een verzekerd kind beneden den leeftijd van 5 jaar overlijdt. De wet moet in geen geval ten gevolge kunnen hebben, dat misdrijven tegen het leven van zeer jonge kinderen, in verband met bedongen uitkeeringen bij hun (sub

d).

schijnt

bepalen voor het geval,

overlijden in de

(zde

lid).

een kind,

hand worden gewerkt.

Het

hier bedoelde geval

dat inwoont

kan

zich bijv. voordoen bij

echtgenooten, die beide verzekeringsplichtig zijn. Ingeval van overlijden van dat kind bestaat natuurlijk slechts aanspraak op ééne uitkeering (art. 14, 2de lid). bij

($de lid). Volgens de Ongevallenwet 1901 wordt voor begrafeniskosten dertigmaal het dagloon uitgekeerd. Het in dit wetsontwerp

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's

Sociale hervormingen - pagina 509

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's