Sociale hervormingen - pagina 152
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
208
op de bedoelde beambten en bedienden, is zeker niet gewenscht, omdat niet vaststaat, dat in het bedoelde reglement alle onderwerpen zullen zijn geregeld, waarvan eene regeling in dit ontwerp voorkomt. Wellicht ware eene bepaling te maken, dat dit ontwerp geldt voor zoo ver bij het reglement het onderzijn
werp
niet is geregeld. In de derde plaats werd de positie der handelsreizigers besproken en onder verwijzing ook naar een rapport van de handelsreizigers- vereeniging „Eendracht", dat den Minister zeker zal zijn toegezonden, (i) betoogd, dat met de eigenaardige verhoudingen, waaronder deze, hier te lande ongeveer 8000 personen tellende, groep arbeidt, in het ontwerp niet genoegzaam rekening is gehouden. Zoo schijnen plaatseljke gebruiken ten aanzien van de arbeidsverhoudingen in het vak der handelsreizigers veelal niet te bestaan, zoodat sommige bepalingen van het ontwerp men wees bijv. op de bepaling van art. 1637 k op hen niet toegepast zullen kunnen worden. Zoo past op het provisiestelsel, naar hetwelk in vele gevallen het loon van handelsreizigers wordt berekend, de omschrijving niet, die in art. 1638 e is gegeven, omdat volgens dit stelsel het loon niet bestaat in een bedrag, dat afhankelijk is gesteld van den omzet, de opbrengst of de winst van des werkgevers onderneming, maar in een bedrag, dat afhangt van den omvang der transacties, door bemiddeling van den handelsreiziger tot stand gekomen. Kortom de leden, die hierop de aandacht vestigden, wenschten, dat de Regeering met het oog op de belangen der handelsreizigers de bepalingen van het ontwerp nog eens zou nagaan en zou overwegen, of niet met het oog daarop wijziging van sommige der ontworpen artikelen nood•
—
—
zakelijk zal zijn.
Sommige
leden hadden bedenking tegen de algemeenheid der het tweede lid van art. 1637 o opgenomen uitzondering. Zij verklaarden niet in te zien, waarom het wenschelijk zoude zijn de bepalingen van het ontwerp niet van toepassing te doen zijn op alle personen in dienst van Staat, provincie, gemeente, waterschap of eenig ander publiekrechtelijk lichaam een afdoende reden daarvoor hadden zij in de Memorie van Toelichting ook niet kunnen vinden. Zij begrepen, dat het niet twijfelachtig mag zijn of het ontwerp op de hier bedoelde personen al dan niet van toepassing zal zijn en erkenden, dat daaromtrent in het ontwerp eene uitdrukkelijke beslissing behoorde te worden genomen. Waarom kon echter deze beslissing niet uitvallen in den zin van die, in België genomen, waar, blijkens hetgeen in de Memorie van Toelichting wordt medegedeeld, de bepalingen van het ontwerp van 1891 wel van toepassing werden verklaard op werklieden in dienst van Staat, provincie of gemeente? Waarom kan in
;
rapport over het ingediende ont(1) „Het arbeidscontract en de handelsreizigers; werp van wet tot regeling van de arbeidsovereenkomst."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's