Sociale hervormingen - pagina 89
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I. Stuk II.
351
beschouwen, zal wijziging der Ongevallenwet 1901 noodzakelijk Volgens art. 10, sub 8, dier wet, is het visschersbedrijf, uitgeoefend op rivieren, of binnenwateren, verzekeringsplichtig. Hieronder valt dus ook de visscherij op de Zuiderzee, langs de kusten van Friesland en Groningen en op de Zeeuwsche en Zuidte
zijn.
hollandsche stroomen.
Artikel 8. Ieder vaartuig, dat gebezigd wordt ter uitoefening van een der bedrijven, bedoeld in de artt. 6 en 7 of tot het verrichten van in die artikelen bedoelde werkzaamheden en dat geacht wordt in Nederland tehuis te behooren, is een zeevisschers,
vaartuig. Is het kantoor van den werkgever in Nederland gevestigd, dan worden de vaartuigen, die deze werkgever voor de visscherij bezigt, als vaartuigen beschouwd, die in Nederland tehuis behooren. Het kan ook voorkomen, dat de reederij in het buitenland is gevestigd, maar dat de vaartuigen hier te lande worden uitgerust en bemand. Die vaartuigen worden alleen dan zeevisschersvaartuigen, indien zij in Nederland worden uitgerust en bemand zijn voor ten minste de helft met ingezetenen van Nederland. Wat onder ingezetene van Nederland is te verstaan, zegt het laatste lid van dit artikel. Laatste lid, sub 2. Iemand kan geacht worden in het zee visschersbedrijf te zijn te werk gesteld, indien hij zich voor dat bedrijf verhuurd heeft, ook wanneer hij niet dadelijk na zijne indienstneming werkzaamheden te verrichten heeft. is alleen de reis van een zeevisschersvaartuig van een vaartuig, als bedoeld in art. 2, onder 4, waarop een verzekerde zich tengevolge van overmacht bevindt. Zoodra een aanvang wordt gemaakt met het zeevisschersvaartuig van zijn ligplaats los te maken om zee te kiezen, vangt de zeereis van dat vaartuig aan. Zij eindigt zoodra het vaartuig weer is vastgemaakt of op land is gebracht na terugkomst uit zee. Daar het lichten van het anker of het losmaken van het vaartuig en het ten anker of vastgemeerd liggen of het op land brengen van het vaartuig alleen dan het begin of het einde van eene zeereis bepalen, indien een en ander in eene Nederlandsche gemeente of op eene Nederlandsche reede plaats vindt, zal de zeereis geacht worden voort te duren ook over den tijd, dat het zeevisschersvaartuig in eene buitenlandsche haven ten anker ligt. Het artikel spreekt van gemeente of reede. In de meeste gevallen zal een vaartuig eene Nederlandsche haven binnenloopen, welke haven dan deel uitmaakt van het territoir eener gemeente. Het kan ook voorkomen, dat een vaartuig, bij gebrek aan eene haven, dicht bij de kust ankert en daar blijft liggen tot het weer uitgaat. Daar die ankerplaats niet altijd tot het territoir van eene gemeente zal behooren, is daarom de uitdrukking Nederlandsche reede opgenomen.
Artikel
en
q.
Zeereis
bijv. niet die
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's